Betrouwbare en betaalbare monitoring van opslag CO2 in landbouw

Een groot EU-project, gecoördineerd door ILVO, onderzoekt hiertoe de slimme integratie van modellen, bemonsteringsstrategieën, satellietbeelden, benchmarklocaties, bestaande kaartlagen en bedrijfsgegevens.

Trefwoorden: #ILVO, #koolstof, #opslag, #project

Lees verder

Nieuws

( Foto: ILVO )

ENGINEERINGNET.BE - De evolutie van koolstofopslag in landbouw kan worden geschat met wiskundige modellen. Die draaien op data over bodemgesteldheid, type landbouw en gewas- en rotatiekeuzes. Het nadeel is dat er veel gedigitaliseerde data nodig zijn over het management.

Ook bestaat in de EU een veelheid aan teeltsystemen, bodems, bedrijfstypes en managementpraktijken. Verder verschillen de grootte van percelen en bedrijven en de mate van digitalisering per plek.

Het nieuwe EU-project MARVIC pakt deze complexiteit aan door onder meer vier belangrijke landbouwtypen te analyseren: akkerland, grasland, boslandbouw en beheerd veengebied.

Elk type kent eigen mogelijkheden voor koolstoflandbouw. De onderzoekers testen in hoeverre de meetsystemen aanpassingen vergen aan de lokale context. Dat gebeurt door onderzoekswerk in 12 verschillende EU-landen.

De kans op succesvolle koolstofopslag hangt onder meer af van de bodemeigenschappen. Er is dus een intrinsiek ongelijke beginsituatie. Ook is de verwachting dat sommige koolstoflandbouwsystemen of -financiers in meerdere typen landbouw of gebieden opereren.

Daaruit volgt de behoefte aan eenvormige meetmethodes om koolstofopslag in verschillende koolstoflandbouwomgevingen bijeen te kunnen nemen.

Het Vlaamse onderzoeksteam binnen MARVIC focust zich op het monitoren van koolstofopslag in akkerland en boslandbouw.

Op akkerland is het mogelijk om CO2 in de bodem op te slaan door het inbrengen van intensief wortelende gewassen en meerjarige teelten, zoals tijdelijk grasland en grasklaver, het beperken van braakperiodes en door het maximaliseren van groenbedekkers en organische meststoffen.

Boslandbouw kan CO2 opslaan in houtige biomassa en de bodem. Het potentieel is onder meer afhankelijk van de soorten bomen en gewassen, het plantverband, de bodemgesteldheid en de beheerpraktijken.

MARVIC loopt van 2023 tot 2027. Zestien kennisorganisaties uit 12 EU landen, zoals België, Nederland, Duitsland, Frankrijk, werken samen in dit project.

Elk land onderzoekt hoe meetsystemen aangepast moeten worden aan de lokale context. Zo ontstaat er een totaalbeeld op de verschillende kansen en noden in de EU. MARVIC werkt samen met het zusterproject MRV4SOC, met onder meer UAntwerpen.