ENGINEERINGNET.BE - Er wordt volop gesleuteld aan de receptuur van beton om emissies te reduceren en minder primaire grondstoffen te gebruiken.
Dat kan echter maar binnen een beperkte bandbreedte, aldus Jeroen Kruithof, Senior Business Developer Building Materials bij TNO.
“Als je het recept wijzigt, dan veranderen meestal ook de eigenschappen van het beton en de constructies waarin dit wordt gebruikt. Die afwijkingen moeten binnen de bandbreedtes van de normen en regels blijven, wil de bouw ermee kunnen werken.”
Ook als leveranciers binnen die bandbreedte blijven, zijn er veel tests en onderzoeken om de veiligheid en betrouwbaarheid aan te tonen. “Het blijkt vaak lastig om die eigenschappen met proeven aan te tonen”, stelt Kruithof.
“Ook zijn er soms forse verschillen tussen prestaties van nauwkeurig samengestelde labmengsels en de praktijkmengsels die op de bouwplaats worden gedraaid."
TNO is daarom geopolymeerbeton in de praktijk gaan testen. In plaats van cement maakt dit beton gebruik van aardachtige materialen als bindmiddel die alkalisch geactiveerd worden.
Dit levert vergelijkbare eigenschappen en prestaties op als cementsteen, met tot 80% minder CO2-emissie in de productiefase.
Kruithof: “Het ging ons vooral om een blauwdruk te ontwikkelen voor een test- en implementatieproces. Wat komt er allemaal bij kijken om zo’n nieuwe betonsoort betrouwbaar toegepast te krijgen?”
TNO richt zich onder meer op het samenspel tussen geopolymeerbeton en conventionele wapening. De verankering van de wapening in het beton speelt een grote rol in de toepasbaarheid van de huidige rekenregels.
Voor dit onderzoek heeft TNO in het Bouwinnovatie Lab een maatwerk labopstelling ontwikkeld, speciaal voor gewapende betonnen constructies met alternatieve betonsoorten.
Verankeringsproeven worden uitgevoerd volgens de fib Modelcode 2020 om inzicht te krijgen in het constructieve gedrag van elementen. Ook worden vierpuntsbuigproeven uitgevoerd.
Kruithof: “Er wordt zo een brug geslagen tussen de academische wereld en de praktijk. We weten welke proeven ontwikkeld worden en passen de meest geschikte gelijk toe in diverse projecten over een langere periode. Zo kan een proef uitgroeien tot een nieuwe standaard.”
“Er is in de bouw nog veel innovatie nodig om klimaatdoelen te halen. Of je nu experimenteert met alternatieve betonsoorten, andere materialen voor wapening, of nieuwe monitoringsystemen: je zult telkens met onderzoek moeten aantonen dat ze goed presteren en veilig toepasbaar zijn.”
“De resultaten kunnen dan leiden tot aanbevelingen en pre-normatieve regels. Die zorgen ervoor dat andere marktpartijen met vergelijkbare producten hetzelfde kunnen doen.
Het is een traject dat je voor alle nieuwe duurzame materialen kunt toepassen, omdat de stappen steeds vergelijkbaar zijn. Daarmee is dit een beproefde, betrouwbare methodologie om bouwinnovaties succesvol naar de markt te brengen.”