Ontwikkeling kunstmatige long-nier in één compact apparaat

De Nederlandse Universiteit Twente ontwikkelde RenOx, een proof-of-concept voor een apparaat dat een kunstlong en -nier combineert in één compact apparaat. Een nieuwe stap in de behandeling van ernstig zieke patiënten.

Trefwoorden: #apparaten, #kunstmatig, #long, #machine, #medisch, #nier

Lees verder

research

( Foto: UTwente )

ENGINEERINGNET.BE - Kunstmatige longsystemen, bekend als ECMO, worden vaak gebruikt voor patiënten met ernstige longaandoeningen wanneer reguliere behandelingen falen. Maar bijna 70% van de patiënten die een kunstlong nodig hebben, lijden ook aan nierfalen.

Hiervoor is meestal een tweede machine nodig voor continue nierondersteuning. "Het gebruik van twee aparte machines verhoogt zowel de risico's als de kosten," zegt dr. Ana Martins Costa van UTwente. "RenOx is ontworpen om dat veiliger en eenvoudiger te maken."

Dit nieuwe medische apparaat kan de longen en nieren tegelijk ondersteunen. Het gebruikt speciale membranen om zuurstof aan het bloed toe te voegen en afvalstoffen af te voeren, net zoals twee afzonderlijke machines dat normaal doen.

Maar RenOx combineert deze functies in één compact apparaat, ongeveer zo groot als een gewone kunstlong. Deze eenvoudigere opstelling zou het risico op complicaties, zoals bloedingen, bloedstolsels of infecties, kunnen verminderen.

Om het prototype te testen, gebruikten de onderzoekers volbloed van varkens. Dit soort testen is belangrijk omdat het een realistischer beeld geeft van de interactie van het apparaat met bloed.

"Bloed van varkens lijkt erg op menselijk bloed. Het gebruik van volbloed met rode bloedcellen is essentieel om de gasuitwisseling met onze kunstmatige longapparaten nauwkeurig te meten," legt Martins Costa uit.

Deze tests hielpen het team om te evalueren hoe goed RenOx zuurstof aan het bloed kan toevoegen, kooldioxide kan verwijderen en afvalstoffen kan afvoeren.

Het project is een nauwe samenwerking tussen ingenieurs en medische professionals. Martins Costa benadrukt dat verdere ontwikkeling cruciaal is.

Belangrijke klinische vragen, zoals bij welke patiënten het is te gebruiken, wanneer en hoe iemand er weer van af kan, moeten nog worden onderzocht. Maar als deze technologie succesvol is, zou het de kritieke zorg kunnen transformeren.