• 28/02/2013

Zeven logistieke trends waarmee u best rekening houdt

Volgens het Vlaams Instituut voor Logistiek zijn er zeven thema’s waarmee de industrie en de logistieke sector rekening moet houden. We zetten ze even op een rijtje...

Trefwoorden: #logistiek, #trends, #VIL, #Vlaams Instituut voor Logistiek

Lees verder

Magazine

( Foto: EADS )

Download het artikel in

Trend 1
Duurzaamheid
We kunnen er niet omheen: duurzaamheid is een ‘hot topic’ in de logistiek, en dit op verschillende vlakken. Liesbeth Geysels, Managing Director van het VIL: «Er wordt alsmaar meer belang gehecht aan het reduceren van de ecologische voetafdruk. Het is evident dat het wegtransport hierbij in de kijker staat. Bedrijven werken al langer aan de meest optimale leveringsroutes, verpakkingen die een betere stapelbaarheid geven en dus in een hogere beladingsgraad van de vrachtwagens resulteren, het meepakken van nieuwe ladingen bij leveringen, multimodaliteit, milieuvriendelijke magazijnen,…

De ondernemingen zoeken ook steeds vaker naar leveranciers die niet onnodig ver uit hun buurt zijn gelokaliseerd. Tevens wordt gewerkt aan een ecologische rijstijl en wordt er in milieuvriendelijke vrachtwagens geïnvesteerd. Maar op het vlak van multimodaliteit is er nog potentieel. Voor de binnenvaart zijn er wel beperkingen wegens infrastructuurproblemen. Zo zouden de bruggen op het Albertkanaal en de Leie moeten worden verhoogd om binnenschepen met drie op elkaar gestapelde containers door te laten.

Voor de spoorwegen zijn er in de voeding belangrijke ontwikkelingen gaande, zoals de trein van Zeebrugge naar Milaan (de zogenaamde ‘Frozen Rail corridor’) met ‘45ft multimodale reefer units’ die vier dagen autonoom kunnen koelen. Voor langere spoorafstanden van geconditioneerde goederen is het spoor echter nog geen alternatief wegens de beperkte autonomie van het koelaggregaat. Bovendien heeft het spoor niet de beste reputatie op het vlak van betrouwbaarheid, wat zeker bij voeding een nadeel is: er is immers geen garantie van tijdige aankomst van de goederen. Tenslotte moeten beide transportmodi meestal nog altijd in combinatie met vrachtwagens worden toegepast. Voor de ‘last mile’ is er immers geen ander alternatief dan wegtransport.»

Er zijn echter nieuwe pistes die op korte termijn meer effect zouden kunnen hebben. Dirk De Vylder, Program Manager Supply Chain Organisation van het VIL: «We denken hier in de eerste plaats aan het bundelen van goederenstromen. Met andere woorden: verschillende bedrijven met kleine ladingen die samen één vrachtwagen vullen. Natuurlijk zijn hiervoor wel enkele voorwaarden: de leveringsroute moet gelijklopend zijn, de producten moeten gelijkaardige transportcondities vereisen, de service-afspraken mogen niet veel van elkaar verschillen,... Maar er zijn op dat vlak tal van voorbeelden waar deze manier van werken mogelijk is. Alleen zal er nog een grote mentaliteitsverandering nodig zijn vooraleer het principe wijdverspreid zal worden toegepast. Want samenwerken met concullega’s ligt nog altijd niet voor de hand...»

Trend 2
Smart Logistics
Deze trend is uitermate belangrijk. Het gaat immers over het opvolgen van de omgeving- en transportcondities met allerlei sensoren. Liesbeth Geysels: «Tijdens de opslag bij de producent en/of transportmaatschappij en in de koelwagens worden deze oplossingen al standaard toegepast.

Maar in de overslag tussen twee verschillende trajecten is dat niet het geval. En precies daar loopt het vaak verkeerd: levensmiddelen die te lang op de tarmac blijven, in de verkeerde condities worden opgeslagen, te lang in de losruimte van de klant staan vooraleer ze in koelcellen worden geplaatst, ...

Dankzij nieuwe technologieën, zoals RFID en RTLS kan nu echter het volledige traject van producent tot de consument worden gecontroleerd. Tevens is het mogelijk om andere zaken te meten, zoals het CO2-gehalte bij het transport van fruit (dat een belangrijke rol in het rijpingsproces speelt).

Of het opvolgen van schokken tijdens het transport en de logistieke handelingen. Wegens de vrij hoge kostprijs van deze oplossingen is hun toepassing nog niet wijdverspreid. En we zien dat ook niet op korte termijn gebeuren. Maar het kan wel interessant zijn om in trajecten waar geregeld problemen optreden, tijdelijk met dergelijke sensoren te werken om na te gaan waar het schoentje wringt.»

Trend 3
E-commerce en E-warehousing
Het heeft misschien wat langer geduurd dan algemeen werd aangenomen, maar ook in België krijgt e-commerce vaste voet aan de grond. Dit heeft echter zijn consequenties op het vlak van logistiek. Want in plaats van vaste leveringsroutes met vrachtwagens, dient er met koeriers te worden gewerkt.

Dirk De Vylder: «Toch zal de producent de afweging moeten maken of het rendabel is om via een e-shop te werken. Want de extra logistiek die erbij te pas komt, kan duur uitvallen. Vooral voor producten met een lage winstmarge bestaat het risico dat een individuele bedeling onvoldoende oplevert of zelfs een verliespost wordt.»

Trend 4
Risk management
In elke sector krijgen bedrijven te maken met een steeds verdere toename van complexiteit en een alsmaar sneller veranderende omgeving in een economie waar de onderlinge afhankelijkheid toeneemt. Liesbeth Geysels: «Deze globalisering en de daarbij horende wereldwijde sourcing en spreiding van leveranciers, maar ook de onvoorziene economische of politieke omstandigheden en onvoorspelbare natuurelementen, hebben de potentiële instabiliteit in de supply chain drastisch verhoogd en werpen bedrijven complexe vraagstukken voor de voeten.

Ondernemingen en overheden – zo wil de Europese Unie supply chain security in het volgend Framework Program inbedden – herkennen deze kwetsbaarheid en graad van blootstelling. De logistieke sector is op zoek naar creatieve en innovatieve oplossingen die tegelijk de onderlinge relaties tussen de diverse supply chain stakeholders kunnen versterken. Evoluties zoals het meten en in kaart brengen van risico’s, het verhogen van de betrouwbaarheid, het ontwikkelen van modellen om deze uitdagingen het hoofd te bieden (zoals Enterprise Risk Management), het aanpassen van producten en diensten (denk maar aan ‘Design for Resilience’), ... zijn zaken waarmee de industrie rekening moet houden.»

Trend 5
Modellering van supply chain netwerken
De Vlaamse wegen slibben steeds verder dicht. En door een veranderende dynamiek in de steden staat het hinterland steeds meer onder druk. Verladers en logistieke dienstverleners moeten blijvend sleutelen aan de efficiëntie van de supply chain om de uitdaging van file- en milieuproblemen, alsook de veranderende leefpatronen (die sterk worden beïnvloed door onder meer nieuwe technologieën, zoals 3D-printing en regionale productie) en het wijzigend consumentengedrag (huren in plaats van kopen) aan te kunnen.

Deze problematiek kan niet enkel worden aangepakt vanuit individuele projecten, maar vanuit een volledige supply chain benadering waarbij op strategisch niveau naar oplossingen wordt gezocht om de hele toeleveringsketen op de meeste efficiënte wijze te modelleren.

In feite hangt deze trend nauw samen met het streven naar meer duurzaamheid. Dirk De Vylder: «In de praktijk komt het erop neer dat bedrijven nagaan hoe ze kunnen samenwerken, en dit zowel horizontaal als verticaal. Het inschakelen van het spoor of binnenvaart kan hier worden gesitueerd, alsook het samen vullen van een vrachtwagen. Maar eveneens het principe van nacht- en daldistributie hoort in deze trend thuis. Het gaat om het verschuiven van het transport naar momenten waar de trafiek op de baan minder intens is.

Op het eerste zicht lijkt dit een duurdere oplossing omdat zowel de mensen in opslagplaatsen als de chauffeurs extra moeten worden betaald omwille van de nachtarbeid. Maar we hebben dit in een project uitgetest en daaruit bleek dat het totale kostenplaatje voor de vervoerder eigenlijk goedkoper was.

De transporttijden waren immers veel korter, waardoor een vrachtwagen voor meer trajecten inzetbaar was. Doordat er niet in de file moest worden gestaan, was het benzineverbruik en de slijtage van de vrachtwagen minder. Er gebeurden ook veel minder ongevallen. En, last but not least, de chauffeurs die ’s nachts reden deden dit met passie en zonder stress. Toch zijn er nog wat hindernissen om het concept algemeen toe te passen.

Eerst en vooral moeten bedrijven een mentaliteitsverandering doorvoeren en hun personeel kunnen overtuigen om op de dal- en nachturen te werken. Daarnaast dienen de lokale overheden hun beleid inzake laad/losuren en geluidsoverlast bij te stellen. Vrachtwagens ’s nachts inzetten zou immers op het verzet van de buurtbewoners kunnen stuiten.»

Liesbeth Geysels: «Een ander VIL-project dat binnen dit thema hoort, is ‘slow logistics’. Het komt erop neer dat het principe van ‘Just In Time’ in vraag wordt gesteld. De keten moet langer worden inzake tijdsdoorloop en de focus moet meer liggen op betrouwbaarheid in plaats van snelheid. Vandaag wordt een bestelling geplaatst en verwacht men dat de goederen er de volgende dag zijn. De praktijk heeft echter al meermaals aangetoond dat er een grotere betrouwbaarheid van levering is wanneer het order enkele dagen vroeger wordt geplaatst. Bovendien kunnen bedrijven hierdoor vaak een lagere aankoopprijs bedingen. En belangrijk is dat de voorraden hierdoor niet noodzakelijk groter worden. Want vandaag werken bedrijven vaak met noodstocks om het gemis aan leveringsbetrouwbaarheid op te vangen. In dit kader worden alternatieve transportmodi trouwens vaak een meer haalbare kaart, aangezien die over het algemeen langere leveringstermijnen impliceren en precies deze hindernis dan geen probleem meer vormt.»

Trend 6
Interne logistiek
De uitdaging bij interne logistiek bestaat er enerzijds in de processen, organisatie en logistieke werkingsmiddelen elk op zich te optimaliseren, en dit op het vlak van efficiëntie, effectiviteit, betrouwbaarheid en service. Anderzijds moeten de organisatie, processen en informatiestromen vlekkeloos en realtime met elkaar in synergie worden gebracht, met een minimum aan extra inspanning. In veel bedrijven zijn de interne processen al uitgekiend: een efficiënt gebruik van de beschikbare opslagruimte door verrolbare rekken, orderpicken met barcodescanners of voice recognition, automatische conveyorbanen en pick-to-light,...

Liesbeth Geysels: «Maar het kan nog beter op het vlak van tijdsbesteding en fouten. In deze context is ‘smart handling’ een veelbelovend nieuw VIL-project. Het gaat erom dat via RFID- en RTLS-technologieën bijvoorbeeld automatisch kan worden opgevolgd of de juiste goederen in outbound zones worden klaargezet en vervolgens op de correcte vrachtwagen worden geladen. Dit betekent onder meer dat handmatige barcodescans of eventueel het manueel afpunten van laadlijsten volledig overbodig worden. Het is evident dat dit een positieve impact op efficiëntie heeft. Maar daarnaast zal er een grotere betrouwbaarheid en verbeterde service naar de klanten zijn. Bij barcodescans of het manueel afpunten van lijsten worden er immers wel eens menselijke fouten gemaakt. Zeker bij het (tijdelijk) opnieuw uitladen van vrachtwagens door stapelproblemen of een te volle vrachtwagen, komt het nog te vaak voor dat deze uitgehaalde goederen ten onrechte als ‘geladen’ geregistreerd blijven. Toch zijn RFID en RTLS momenteel nog té duur (voor een aantal sectoren) om een wijdverspreide toepassing te kennen. Maar we gaan ervan uit dat ze binnen enkele jaren toch haalbare kaart zullen worden en standaard in de interne logistiek van de grotere KMO’s zullen worden toegepast.»

Trend 7
Netwerklogistiek
Bij netwerklogistiek gaat het er om dat alle betrokken partijen een samenwerkingsvorm weten te vinden die optimaal aan hun eigen gezamenlijke doelstellingen voldoet. Deze partijen dienen op zoek te gaan naar hun strategische positionering in een dergelijk netwerk. Maar het is ook van belang de mogelijkheden van netwerkoptimalisatie maximaal te benutten. Dit thema heeft een link met ‘modellering van supply chain netwerken’.

Dirk De Vylder: «Er wordt ook wel eens over ‘synchromodaliteit’ gesproken. Het gaat meer over het fysieke aspect van de samenwerking tussen alle betrokken partijen. Iedereen moet zicht hebben op waar een product is en samen nagaan hoe ze de flows kunnen optimaliseren. Communicatie is dus het sleutelwoord. In Nederland – waar erg aan de ontwikkeling van dit concept wordt gewerkt – zijn ze voorstander van een soort van virtuele controletoren die over alle informatie van het product beschikt. Het VIL staat hier met gemengde gevoelens tegenover omdat het gevaarlijk kan zijn om alle gegevens vrij te geven. Niettemin zal er in de toekomst wel aan een betere data-uitwisseling tussen de partijen van de supply chain nodig zijn, dit om toe te laten dat verladers en logistieke dienstverleners samen hun supply chains kunnen optimaliseren en op elkaar afstemmen. Denk hierbij concreet aan het verminderen van het (deels) leegrijden van vrachtwagens.»

Naar meer toegevoegde waarde?
Tot slot wijst het VIL nogmaals op het belang van toegevoegde waarde activiteiten. Vandaag telt België/Vlaanderen heel veel transportbedrijven (in het vakjargon ‘1PL’ genoemd) en bedrijven die naast het transporteren ook de goederen opslaan en behandelen in hun magazijnen (2 PL). Liesbeth Geysels: «Het is belangrijk om te evolueren naar meer 3 PL firma’s en zelfs 4 PL ondernemingen of ketenregisseurs. De kracht van Vlaanderen als logistieke topregio zit immers in de duurzame en innovatieve toegevoegde waarde activiteiten. Via een performante logistiek kan de industrie in Vlaanderen worden verankerd.»

Dergelijke bedrijven zullen niet alleen het transport en de bijbehorende administratie op zich nemen, maar ook bepaalde taken die met de productie gepaard gaan. Tevens zorgen ze voor de facturatie, het voorraadbeheer, retourafhandeling, ... Dirk De Vylder: «We streven naar meer 3 PL en 4 PL, want het bezorgen van een extreem hoge toegevoegde waarde is dé toekomst in een markt waar het zoeken naar kostenefficiëntie en specialisatie hoogtij viert.»


(foto's: VIL)
door Els Jonckheere, Engineeringnet

Kadertekst:
Nieuwe regelgeving voor luchtvracht
Op 29 april 2013 treedt de gewijzigde regelgeving omtrent de beveiliging van luchtvracht volledig in werking. Vanaf dan moet elke exporterende onderneming die via luchtvracht wil vervoeren en niet beschikt over een status, zoals ‘Bekende Afzender’ (= ‘Known Consignor’), zijn exportactiviteit 100 % laten screenen. Maar blijkbaar zijn nog maar een handvol bedrijven door FOD Mobiliteit geaccrediteerd. Vooral KMO’s denken in orde te zijn omdat ze over het oude statuut van ‘Bekende Afzender’ toegekend door ‘Regulated Agent’ beschikken. Maar dat is vanaf 29 april 2013 niet meer geldig. Tevens is er veel onduidelijkheid over de uitvoering van de nieuwe wetgeving: wat zijn de voorwaarden om de status ‘Bekende Afzender’ te verkrijgen, wat houdt de audit in van FOD-Directoraat-Generaal der Luchtvaart, waar kan een opleiding worden gevolgd.