ENGINEERINGNET -- Bij de meerderheid van de patiënten die een tandheelkundig implantaat krijgen, moet het ondersteunende kaakbot eerst worden aangevuld.
Meestal wordt dit botweefsel genomen uit het bekkenkam, kin, kaakhoek of ribben van de patiënt. Deze ingreep is zeer belastend en vergroot de kans op complicaties significant.
Bij het plaatsen van een tandheelkundig implantaat wordt een kunstwortel in het kaakbot van de patiënt geschroefd als houvast voor een prothese, kroon of brug.
Om dit implantaat te kunnen plaatsen is er voldoende kaakbot nodig. Aangezien het kaakbot na het trekken van tanden of kiezen na verloop slinkt wordt het meestal te dun voor een implantaat.
De afdeling Tandheelkunde (vakgroep Biomaterialen) van het UMC St Radboud ontwikkelde een synthetische botvervanger die makkelijk injecteerbaar is en wordt omgezet in natuurlijk bot. De botvervanger werd toegepast in diermodellen met verrassende resultaten.
Het synthetisch materiaal bestaat uit calciumfosfaat dat gelijk is aan het mineraal in het bot. Professor Jan Willem Hoekstra veranderde twee belangrijke eigenschappen met name: de structuur en de oplosbaarheid. Zo kan men calciumfosfaat verkrijgbaar in korrelvorm of vaste blokjes.
Omdat calciumfosfaat slecht oplost maakte Jan Willem Hoekstra een tandpasta-achtige substantie die men makkelijk kan injecteren.
Het klinkt veelbelovend, maar het materiaal heeft ook nadelen. Het is bijvoorbeeld moeilijk om in grote hoeveelheden te maken. Verder is het lastig om steeds dezelfde dikte of injecteerbaarheid te krijgen.
‘Wij hebben enkel met kleine hoeveelheden gewerkt, maar toen we de hoeveelheden groter maakten, kregen we problemen met de mengverhoudingen. Je wilt de pasta bovendien kunnen gebruiken in de OK, maar er is nog geen kant-en-klare steriele verpakking. Vooraf klaarmaken kan niet, want zodra het is gemengd, is het binnen een kwartier uitgehard. Er is dus nog werk aan de winkel.’ aldus Hoekstra.
(LVD)
