ENGINEERINGNET.BE - Elia heeft de eerste vergunningen aangevraagd voor de aanleg van de twee onderzeese kabels en de bouw van het zogenaamde 'stopcontact op zee'. Dat is een kunstmatig eiland waar alle kabels van de nog te bouwen offshore windparken – in totaal vijf - in eerste instantie naartoe zullen geleid worden.
Van het eiland, Alfa gedoopt, vertrekt dat één onderzeese kabel rechtstreeks naar het hoogspanningsnet op het vasteland ter hoogte van Zeebrugge, het Stevin-project. Een tweede passeert eerst via een ander offshore knooppunt, 'Beta', om vervolgens ook naar Stevin te lopen.
Aan land zal op de locatie van het Stevin-station, naast stroom van de Belgische windparken ook elektriciteit afkomstig van de onderzeese kabel met het VK aan land komen. Dat project kreeg de naam Nemo.
Als alles goed gaat zal het Belgische Alfa-eiland op ongeveer 45 km uit de kust en ter hoogte van Zeebrugge neergepoot en verbonden worden met de toekomstige windmolenparken Norther, Rentel, Seastar, Mermaid en Northwester II.
Tot nu toe zijn de bestaande windmolenparken - C-Power, Northwind en Belwind - elk afzonderlijk op het landnet aangesloten. Dat is duur en inefficiënt, stelt Elia, 'zowel uit economisch, ecologisch als technisch oogpunt'.
De netbeheerder wil dat zogenaamde 'spaghetti-scenario' van kabels in de toekomst vermijden en vervangen door een 'vermaasd maritiem netwerk', waarbij alle windparken op zee zelf al direct geconnecteerd zijn met elektrische knooppunten en transformatorstations.
'De vergunningsaanvragen zijn een belangrijke stap', stelt Elia in een mededeling, 'maar de realisatie van het Belgian Offshore Grid en bijgevolg de realisatie van de 5 windparken, zal alleen mogelijk zijn in de mate dat alle vergunningen verkregen zijn voor het Stevin-project en voor de aanleg van de hoogspanningslijn tussen Zeebrugge en Zomergem'.
De netbeheerder liet eerder al weten het Belgian Offshore Grid in de periode 2016-2017 te willen bouwen, maar die planning komt, net als voor tientallen andere projecten, mogelijk in het gedrang door de recente beslissing van het Grondwettelijk Hof over de te volgen procedures.
Er is tot nu in vooral al veel gepraat over het zogenaamde 'stopcontact op zee'. Nochtans zijn noch het concept noch de benodigde techniek nieuw: onder meer de Nederlandse netbeheerder TenneT deed al voor hoe gigantische offshore transformatorplatformen kunnen ontworpen en geconstrueerd worden.
Dat bedrijf meldde eind augustus (2013) al in de laatste bouwfase te zitten van de Dolwin Alpha 1, één van de grootste offshore transformatorstations ter wereld. Het gevaarte bevindt zich voor de kust van Friesland en zal de stroom afkomstig van 3 grote windturbineparken van ver in zee op het Duitse net zetten. Dolwin Alpha 1 is een realisatie van ABB en het Nederlandse Heerema.
(Bert Belmans)
