ENGINEERINGNET -- De Europese Commissie heeft het Amerikaanse farmaceutica concern Johnson & Johnson een boete van circa 10,8 miljoen opgelegd.
Tegelijk kreeg hun Zwitserse concurrent Novartis een boete van ongeveer 5,5 miljoen euro. Dit voor het overtreden van regels die de Europese Unie heeft opgesteld om kartelvorming en prijsafspraken tegen te gaan.
Johnson & Johnson ontwikkelde in de jaren '60 een pijnstiller, fentanyl geheten, die honderdmaal sterker is dan morfine. Het patent op deze pijnstiller liep in 2005 af.
Sandoz, een Nederlandse dochteronderneming van Novartis, was van plan om daarna een soortgelijk medicijn op de markt te brengen, dat goedkoper was dan dat van Johnson & Johnson.
Vervolgens bood de Nederlandse dochter van Johnson & Johnson, Janssen-Cilag, aan Sandoz een grotere som geld aan dan wat Sandoz met de verkoop van hun pleisters met fentanyl zou kunnen verdienen.
Sandoz besloot daarop deze pleister niet op de markt te zetten. Kankerpatiënten hadden hierdoor geen andere keuze dan het duurdere medicijn van Johnson & Johnson te blijven gebruiken.
De kartelafspraak werd na anderhalf jaar, in december 2006, beëindigd toen een ander bedrijf in Nederland een generieke pleister met fentanyl introduceerde.
Janssen-Cilag stelt in een eerste reactie de uitspraak van de Europese Commissie te gaan bestuderen en er mogelijk in beroep tegen te gaan.
(Lydia Heida) , fenatnyl patch verpakkingen)
