Autisme gelinkt aan verhoogde mannelijke hormoonwaarden in de baarmoeder

Onderzoekers van de Universiteit van Cambridge stelden een duidelijke link vast tussen verhoogde mannelijke hormoonwaarden tijdens de zwangerschap en autisme.

Trefwoorden: #autisme, #autisme hormonen, #autisme prenataal onderzoek, #autisme screening, #autisme zwangerschap

Lees verder

research

( Foto: Wikipedia )

ENGINEERINGNET - Kinderen die autisme ontwikkelen zijn in de baarmoeder blootgesteld geweest aan verhoogde steroïde waarden (zoals testosteron, progesteron en cortisol).

Dit stelt een team van wetenschappers van de University of Cambridge en het Statens Serum Institute in Kopenhagen. Dit zou tevens kunnen verklaren waarom autisme meer voorkomt bij jongens dan meisjes. De wetenschappers waarschuwen echter al meteen dat deze bevinding niet gebruikt mag worden voor prenatale screening.

Prof. Simon Baron-Cohen and Dr Michael Lombardo uit Cambridge en Prof. Bent Nørgaard-Pedersen uit Denmarken analyseerden ongeveer 19500 vruchtwater stalen van personen geboren tussen 1993 en 1999. Deze stalen werden genomen tijdens vruchtwaterpuncties rond 15-16 weken zwangerschap om afwijkingen op te sporen.

Deze periode van de zwangerschap is cruciaal voor de ontwikkeling van de hersenen en de geslachtsorganen. De stalen bevatten dus cruciale informatie over een belangrijk stadium in de ontwikkeling van de foetus.

Van de 19500 stalen bleken 128 jongens later een autisme spectrum stoornis te hebben ontwikkeld. De groep van 128 jongens bleek allemaal verhoogde steroïde waarden te hebben in vergelijking met de andere stalen.

Prof. Baron-Cohen: “Dit is één van de vroegste niet-genetische biomarkers voor kinderen die later een vorm van autisme ontwikkelen. We wisten reeds dat verhoogde prenatale testosteron waarden verantwoordelijk waren voor een tragere ontwikkeling van socio-linguïstische vaardigheden, meer aandacht voor details en autistische trekken. Voor de eerste keer zijn we er nu ook in geslaagd om aan te tonen dat deze steroïden verhoogd zijn bij kinderen die later een autisme spectrum diagnose krijgen."

Het is ook opvallend dat deze bevinding opgaat voor alle vormen van autisme. Ze geeft ons ook veel informatie over hoe de ontwikkeling van het brein wordt beïnvloedt en dan vooral rond de 15de week van de zwangerschap.

Prof. Baron-Cohen waarschuwt: “Deze resultaten mogen geen aanleiding geven om op grote schaal hormoon blockers te beginnen geven. We weten immers niet wat de neveneffecten zijn en we weten ook nog niet precies wat er zich afspeelt op vlak van de ontwikkeling van hersenen in de vroegere stadia van de zwangerschap."

En hij voegt er tenslotte nog aan toe dat het te vroeg is om reeds aan prenatale screening te denken voor autisme. Daarvoor is verder onderzoek nodig.