ENGINEERINGNET.NL - Bij een melkveehouderij in het Brabantse Asten plaatst Grassa! in september een tweede proefopstelling van een mobiele grasfabriek.
In de grasfabriek wordt eerst het sap uit het gras geperst, waarbij de vezels achterblijven. Na verwarming van het sap, nemen de eiwitten een vaste vorm aan waardoor ze zijn af te scheiden. Deze eiwitten zijn te verwerken tot veevoer voor varkens en kippen.
Doel is om meer van dit soort mobiele fabrieken neer te zetten bij veehouderijbedrijven in Brabant en Noord- en Midden-Limburg. In deze regio's zitten zowel melkveehouders met een overschot aan gras en grote varkens- en pluimveebedrijven die het veevoer kunnen afnemen.
Momenteel staat er een proeffabriek op het terrein van de praktijkschool van PTC+ in het Friese Oenkerk. Hier kunnen alle stappen voor de verwerking van gras worden uitgevoerd, waarbij de capaciteit ligt op het verwerken van 500 kilo gras per uur.
Het proces levert ook een nieuwe, duurzame vezel voor de papier- en kartonindustrie op. Belangrijke aspecten waarop dit proefproject antwoord moet geven zijn de technische optimalisatie van het raffinageproces en de verwerking en valorisatie van de productstromen.
Naast gras en ingekuild gras kan ook andere biomassa geraffineerd worden, zoals het blad van de suikerbiet.
Grassa! is een consortium dat bestaat uit Gras- en Groenvoeders Hoogland Marrum, PMF Machinefabriek Delfzijl, Beuker Vochtrijke Diervoeders, Eska Graphic Board, Sanovations, Stichting Courage, NOM en LTO Noord.
Dit project wordt medegefinancierd door het Europese fonds voor regionale ontwikkeling en door het ministerie van Economische Zaken, Pieken in de Delta en Samenwerkingsverband Noord Nederland.