Onderzoekers realiseren doorbraak in epilepsie-onderzoek en -therapie

Nathalie Van Den Berge, onderzoeker bij iMinds/UGent, slaagde er als eerste Europese onderzoeker in de effecten van optogenetische stimulatie in het hele brein te visualiseren.

Trefwoorden: #alzheimer, #diepe hersenstimulatie, #hersenen, #hersenstimulatie, #iMinds, #onderzoek, #parkinson, #UGent

Lees verder

research

( Foto: Andreashorn - wikimedia )

ENGINEERINGNET.BE - Wereldwijd lijden ongeveer 1 miljard mensen aan een neurologische aandoening, gaande van hoofdpijn over beroertes en hersenletsels tot ziektes zoals Alzheimer, multiple sclerosis of epilepsie.

Bij zo’n 30% is medicatie niet (langer) toereikend om de symptomen te bestrijden en kan diepe hersenstimulatie (DHS) soelaas bieden. Dankzij deze vorm van elektrotherapie kunnen specifieke symptomen, zoals bijvoorbeeld tremor bij de ziekte van Parkinson, worden onderdrukt.

DHS heeft echter zijn tekortkomingen. Sommige patiënten reageren immers niet op de behandeling en/of ervaren bepaalde neveneffecten. Een mogelijke verklaring hiervoor ligt in de minder selectieve aanpak van elektrische stimulatie.

Om meer inzicht te verwerven in deze onbekende werkingsmechanismen van elektrotherapie en om DHS als behandeling te kunnen optimaliseren, verkennen wetenschappers de mogelijkheden van optogenetica.

Bij optogenetische stimulatie gebruikt men licht in plaats van elektriciteit voor het aansturen van zenuwcellen, die voor dit doel genetisch gemodificeerd werden tot lichtgevoelige cellen.

Nathalie Van Den Berge is één van de eerste onderzoekers in Europa die de effecten van optogenetische stimulatie in het hele brein wist te visualiseren, in samenwerking met de universiteit van North Carolina (VS).

Haar bevindingen openen nieuwe perspectieven voor het onderzoek naar epilepsie en de verbetering van bestaande therapieën.

De technologie staat nog in zijn kinderschoenen, maar er wordt op korte tijd grote vooruitgang geboekt. Zo laat de combinatie met functionele MRI (fMRI) toe om de werking en effecten van optogenetische stimulatie in de volledige hersenen in kaart te brengen.

Op basis van dergelijke experimenten kunnen bestaande DHS-therapieën verfijnd en op termijn misschien zelfs vervangen worden.