Betalingsgeschil bij het huren van een stroomgroep

De verliezen zouden te hoog oplopen en daarom huurt u voor zes maanden een stroomgroep. Maar de stroompanne is sneller opgelost dan verwacht: al na drie maanden.

Trefwoorden: #huurovereenkomst, #juridisch advies, #onderhoud, #productie, #Solange Tastenoye

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE - U wil drie maanden huur betalen, maar de verhuurder eist dat u het bedrag voor de volle zes maanden neertelt! De rechter stelt u als huurder in het gelijk, want...

Bij de huur van machines heeft men het over de “huur van roerende goederen”. Artikel 1713 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat alle soorten goederen (dus zowel onroerende als roerende) kunnen verhuurd worden.

Alleen is het zo dat er voor de huur van roerende goederen geen specifieke wettelijke regels voorzien zijn. Toch kan men stellen dat de regels die van toepassing zijn voor de verhuur van onroerende goederen, eveneens toepasselijk zijn voor de roerende goederen.

Bij de verhuur van machines is het belangrijk duidelijke afspraken te maken omtrent de huurprijs, de duurtijd, de opzegmogelijkheden, voorzieningen in geval van schade enz…

In de praktijk kan het ontbreken van dergelijke duidelijk omschreven afspraken vaak tot problemen aanleiding geven. Men denke bijvoorbeeld aan het geval waar uit het contract niet kan opgemaakt worden of de huurovereenkomst afgesloten werd voor een bepaalde of onbepaalde duur.

Het verschil tussen beiden is niet onbelangrijk. Zo zal een schriftelijke huurovereenkomst van bepaalde duur niet kunnen opgezegd worden. Deze huur eindigt dan na verloop van deze afgesproken tijd van rechtswege zonder dat een opzegging noodzakelijk is.

Wel kunnen de partijen hiervan afwijken in hun schriftelijke huurovereenkomst; het is wel van belang dat zij duidelijk zijn hieromtrent zodat later geen meningsverschillen kunnen ontstaan.

Bij de verhuur voor onbepaalde tijd moet een opzegging gebeuren (dit is meestal één maand). Ook hier hebben de partijen de mogelijkheid om andere afspraken vast te leggen in hun schriftelijke overeenkomst.

Een voorbeeld uit de praktijk!
De firma Peeters heeft een stroompanne en huurt een stroomgroep. Zij huurt deze stroomgroep bij de firma Janssens.

Beiden partijen maken een schriftelijke huurovereenkomst op. Er wordt een maandelijkse huurprijs van 5.000 euro afgesproken en een vermoedelijke duurtijd van 6 maanden.

Het probleem met de stroom bij de firma Peeters wordt sneller opgelost dan verwacht en zij brengt de stroomgroep al na 3 maanden terug bij de verhuurder.

De verhuurfirma Janssens eist echter dat de firma Peeters (de huurder) niet alleen de huur betaalt voor de 3 verlopen maanden tijdens dewelke zij effectief gebruik heeft gemaakt van deze stroomgroep, maar ook de huur van de overgebleven 3 maanden.

De firma Peeters weigert dit te betalen en maakt eenzijdig een einde aan de huurovereenkomst. De zaak wordt voor de rechter gebracht en deze laatste moet nagaan of het huurcontract voor een bepaalde of van onbepaalde duur werd afgesloten.

De rechter stelt vast dat huurder en verhuurder geen duidelijke tijdslimiet hadden opgenomen in hun huurovereenkomst. De termijn van 6 maanden was bij benadering afgesproken, maar stond niet vast!

De term “vermoedelijk” (opgenomen in de huurovereenkomst) betekent volgens de rechter dat er onzekerheid was betreffende de duurtijd van de overeenkomst. Om deze reden vindt de rechter dat er geen sprake kan zijn van een huurcontract met vaste duurtijd. De duurtijd van het contract is van “onbepaalde” duur.

De rechter gaat na of de huurder, de firma Peeters - die de overeenkomst op éénzijdige wijze en onmiddellijk heeft afgebroken - geen misbruik heeft gemaakt van zijn rechten.

Het recht tot éénzijdige opzegging van een contract van onbepaalde duurtijd mag niet uitgeoefend worden op een manier die door een normaal en voorzichtig persoon niet zou gedaan worden. Het is aan verhuurder Janssens om hiervan het bewijs te leveren.

In verband hiermee stelt de rechter vast dat de verhuurder er niet in slaagt dit te bewijzen. Hij kan noch het bewijs leveren van een fout van de huurder (de firma Peeters), noch een daaruit voortvloeiende schade.

De rechter meent dat er niet aangetoond werd dat de firma Peeters éénzijdig dit contract van onbepaalde duur heeft beëindigd met de loutere bedoeling om de verhuurder schade toe te brengen.

De verhuurder wordt in het ongelijk gesteld. De rechter meent dat de huurder, de firma Peeters, niet tot het betalen van enige schadevergoeding gehouden is!


Als zelfstandig juriste verzorgt Solange Tastenoye algemene juridische dienstverlening voor bedrijven, particulieren en zelfstandigen en verenigingen. Haar specialisatie is burgerlijk recht.