Kan aannemer zich indekken tegen vertragingen?

Er moeten wat herstellingswerken uitgevoerd worden aan de gebouwen van uw bedrijf. Er wordt hiertoe beroep gedaan op een aannemer. Deze houdt zich niet aan de uitvoeringstermijn.

Trefwoorden: #aannemer, #burgerlijk wetboek, #herstelling, #herstellingstermijn, #juridisch advies, #Solange Tastenoye

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE - U bent bang dat indien de aannemer zich niet aan de afgesproken termijn houdt, de productie in uw bedrijf achterop zal geraken. Kan men zich in dergelijke gevallen indekken tegen eventuele vertragingen van de aannemer?

Om problemen te vermijden in verband met de afgesproken termijn van oplevering, spreken aannemer en bouwheer in de praktijk meestal een«uitvoeringstermijn» af. Dit is een vaste datum tegen dewelke de werken moeten voltooid zijn.

Voor gewone, kleine werken doen er zich in de praktijk vaak problemen voor. Meestal worden er slechts mondelinge afspraken gemaakt en stelt er zich dan later een bewijsprobleem. Best is een bepaalde termijn af te spreken: dit is steeds in het belang van beide partijen.

Artikel 1226 Burgerlijk Wetboek
Naast het bepalen van een dergelijke uitvoeringstermijn,kan men ook een beding opnemen in de overeenkomst voor het geval er zich toch nog een vertraging (of enige andere wanprestatie)voordoet, nl het zogenaamde «schadebeding»of «strafbeding».

Artikel 1226 BW stelt dat het«strafbeding» een beding is waarbij een persoon zich voor het geval van niet-uitvoering van de overeenkomst verbindt tot betaling van een forfaitaire vergoeding van de schade die kan worden geleden ten gevolge van de niet-uitvoering van de overeenkomst.

Hieruit blijkt dat een dergelijk «strafbeding» eigenlijk een vergoedend karakter heeft dat beide betrokken partijen ten goede kan komen. Namelijk het feit dat ze vooraf een bepaalde forfaitaire schadevergoeding kunnen afspreken voor het geval de schuldenaar zijn verbintenis niet nakomt (dus bij wanprestatie).

Anderzijds zal de schuldeiser/bouwheer niet meer moeten aantonen dat hij werkelijk schade heeft geleden,noch hoeveel deze schade bedraagt. Dit laatste zorgt voor meer rechtszekerheid en voor een drukking van de gerechtskosten. Bij aanneming kan een strafbeding opgenomen worden in de aannemingsovereenkomst;bijvoorbeeld in geval van vertraging.

Om er zeker van te zijn dat de werken effectief zullen worden uitgevoerd, kan de opdrachtgever een strafbeding laten opnemen in het contract en opleggen dat een forfaitaire schadevergoeding door de aannemer zal betaald worden indien deze laatste de werken niet, niet-tijdig of gebrekkig uitvoert.

Zelfs al werd een dergelijk strafbeding in de overeenkomst opgenomen, toch blijft voorde bouwheer de mogelijkheid bestaan dat hij de uitvoering van de hoofdverbintenis eist in plaats van de overeengekomen schadevergoeding. Indiende aannemer een schadevergoeding betaalt op basis van het strafbeding, dan ontlast deze betaling hem nog niet van de uitvoering van de afgesproken werken!

Opdat men te maken kan hebben met een geldig en geoorloofd «strafbeding», moet de overeengekomen schadevergoeding een vergoedend karakter hebben. Het beding kan alleen betrekking hebben op de vergoeding van de schade die door de bouwheer geleden wordt.

Daarenboven moet de vergoeding een forfaitair karakter hebben: de betrokken partijen moeten nagaan wat de schade zou kunnen zijn ten tijde van het niet-uitvoeren van de verbintenis. Bovendien kan het strafbeding alleen uitvoering hebben bij wanprestatie.

Kan de aannemer zich bevrijden van deze bedingen?
De aannemer kan het bewijs leveren van het feit dat de vertraging niet aan zichzelf te wijten is,maar aan een «vreemde oorzaak». Bijvoorbeeld :de weersomstandigheden welke in ons land zeer vaak roet in het eten kunnen gooien!

Anderzijds kan de aannemer zich niet zomaar schuilen achter bijvoorbeeld slechte weersomstandigheden indien hij achterstand oploopt. Hij zal moeten aantonen dat hij de werken niet heeft kunnen uitvoeren omwille van het slechte weer,of andere onvoorziene omstandigheden. Merken we op dat het alleen buitenwerkzaamheden zijndie in aanmerking kunnen komen voor de weerverletdagen (bv: dakwerken, buitenschrijnwerk, gevelbepleistering, metselwerken enz…)

Naast deze weer verletdagen, kan de aannemer nog andere oorzaken aanhalen waardoor hij niet in staat is het werk tijdig op te leveren. Zo bijvoorbeeld kunnen overmacht, toeval of overheidsmaatregelen er voor zorgen dat de werkenniet op tijd klaar zijn.

In de praktijk zal het derechter zijn die zich over «overmacht» of «toeval»zal moeten uitspreken.


Door Solange Tastenoye,Zelfstandig Juriste