«Prijzenslag door pop-ups die sector kapotmaken»

«Onze grootste uitdaging is de naam ‘Voith’, die men kent, om te slaan naar het nieuwe Veltec», zegt Dirk Boeykens, managing director bij Veltec Belgium in Kapellen.

Trefwoorden: #frezen, #on-site machining, #productiemachine, #Triton, #Veltec, #Voith, #werkbank

Lees verder

maint_art

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - «Maar we zijn in wezen hetzelfde maintenance- en repair-bedrijf dat met dezelfde flexibele mensen dezelfde kwaliteit levert». Het bedrijf focust op speciale technieken. Zo heeft het een On-Site-Machining afdeling die verspanende werken ter plekke aan de installaties of machines uitvoert.

«Noodoproepen maken 80% van de job van OSM uit», rekent Boeykens. Een kwart van de omzet vond het bedrijf vorig jaar in het buitenland: in Nederland en Duitsland maar ook Turkije, Indonesië, Zweden, Denemarken, Engeland Polen, Singapore… Vaak in het zog van Belgische klanten, onder meer de grote baggeraars.

Verkocht aan Triton
In september 2016 schoof de meerderheid van de aandelen van Voith Industrial Services - samen zo’n 17.600 mensen - naar Triton, een Duits-Scandinavische private equity groep. Bij Voith Industrial Services werkten zo’n 16.600 mensen in de automotive industrie. Zij worden ondergebracht in Leadec.

De duizend medewerkers in de ‘process and energy industries’ ressorteren voortaan onder Veltec. Leadec en Veltec maken samen een omzet van een miljard euro. Veltec België zal precies dezelfde activiteiten ontplooien als voorheen onder Voith Industrial Industries. «En meer», zegt Boeykens die van plan is in België zijn portfolio uit te breiden.

Naast de bestaande activiteiten - lekdichting, torken/tension, vonkerosie, hot-taps, testen en afpluggen van warmtewisselaars en laser aligneren - werd er eind vorig jaar gestart met het maken van staalconstructies en met Clock Spring, een permanente herstelling op leidingsystemen.
Verder zal het ondersteuning verlenen aan de turnaround ploegen van Veltec Duitsland. Boeykens ziet in de haven van Antwerpen een mooi potentieel om te groeien.

Dubbele uitdaging: mensen en pop-ups
Het bedrijf kent twee belangrijke uitdagingen: mensen en de prijzenslag. Deze sector verlangt veel van zijn mensen. Het is geen nine-to-five job. «Is er een probleem, dan sturen we onze mensen uit. Avonden, weekenden, buitenland, onder gure weersomstandigheden,… » Een flens machineren op 10 meter hoogte bij -5°C is niet iets voor iedereen. «Witte raven zijn zeldzaam» .

Typisch is er naar verluidt een vrij groot verloop bij arbeiders, precies omdat het zo’n veeleisende job is. «Daar hebben wij echter minder last van», zegt Boeykens. «Het is ‘geven’ en ‘nemen’. Je kan er niet constant met het klokske naast staan». Hun basisachtergrond is conventioneel draaien en frezen.

«Je hebt die manuele handeling nodig». Bij on site machining moet je de machine uitlijnen naar het werkstuk dat er staat in de plaats van omgekeerd. «We zien een tekort aan gekwalificeerde medewerkers op ons afkomen. Elk jaar leiden we zelf nieuwe mensen op maar we blijven ook op zoek gaan naar ervaren draaiers/frezers in binnen en buitenland. Een goede ingenieur kan niet zonder een goede arbeider».

Dalende winsten
«Winsten zakten de laatste tien jaar aanzienlijk. Er is een prijzenslag aan de gang die de sector kapotmaakt», zegt Boeykens die wijst naar het fenomeen van pop-ups: kleine bedrijven die plots opduiken, de prijzen naar beneden trekken maar na een paar jaar overkop gaan.

«Wil je in deze niche de top bereiken, dan moet je veel investeren in machines. Wie met basic machines start, zal wegrennen met basic jobs maar… Voorts is dit een niche-activiteit die pieken en dalen kent. Van december tot februari is het meestal zeer rustig. Bij stops -in de zomer- is er veel werk. Een bedrijf moet die dalperiodes kunnen overbruggen, onder andere door te diversifiëren. Zo heeft Veltec ook mensen dagdagelijks on site: werkvoorbereiders, lassers, elektriciens,…

Bovendien wachten grote bedrijven -en de overheid- al eens met betalen. Er is voldoende cash flow nodig om dat op te vangen. Het verzorgt ook shutdowns». Veltec België investeert zo’n 300.000 euro per jaar in zijn mobiele machines. Vorig jaar freesde het in Turkije een boot met een 20 tons mobiele freesmachine.

«We freesden een vlak van 16 m lang in één opstelling». Voor het Thornton-windproject bouwde het een machine voor het afdraaien en vlakken van zo’n 80 flensen met een vlakheidstolerantie van 0,25 mm op een diameter van zo’n 6 m. Machines bouwt het met Inventor-software zodat er gesimuleerd kan worden nog voor de werken beginnen.

Er zijn twee manieren van aanbieden: forfait -een vaste alles-in prijs- of als de scope niet helemaal vastligt kan er een prijs per dag voorgesteld worden. Daar zit dan ook alles in. «Wij die totaaloplossingen bieden, kunnen, mogen niet meedoen aan die prijzenslag omdat dit nadelig zou zijn voor ons broodnodige investeringsbudget om aan de top te blijven».

Het is dan ook belangrijk in een internationaal bedrijf te zitten, niet alleen voor de ‘naam’ maar ook voor de ruggesteun.

Samenwerken, onderaanneming, concurrentie
Veltec werkt samen met Duitse collega’s bij shutdowns. Er wordt ook samengewerkt met de lokale concullega’s. «Dit is specialistenwerk die een open kijk vergt. Soms zijn we onderaannemer maar we proberen wel zoveel mogelijk zelf de lead te nemen».

Machines uitlenen aan concullega’s doet hij niet meer. «Je loopt een job mis omdat je alles in rekening brengt. Een ander, die met een aantal zaken geen rekening hield en dus goedkoper bleek, pakte de job maar kwam naderhand onze machine huren. Vooral Nederlanders gaan al eens onder de prijs omdat ze hun mensen niet even op de dop kunnen zetten».

De voorbije twee jaar had Boeykens sporadisch enkele mensen in technische werkloosheid. «Dat geeft geen goed gevoel. Je probeert het te vermijden. In on-site-machining komt het niet voor. Wel al eens in lekdichting. Meestal in de zomermaanden, dan.

Wie veel overuren maakte in de drukke periodes vragen we dan liever om die op te nemen». Hij probeert mensen multifunctioneel op te leiden om ze zo nodig elders te kunnen inzetten.

Geen Oost-Europese detacheringen
Oost-Europeanen komt hij hier niet tegen. «Het is moeilijk voor ze om hier aan de bak te komen». Communicatie is cruciaal. Steeds vaker wil de klant de communicatie met zijn mensen borgen.

Medewerkers spreken dan ook Nederlands en Frans en in het buitenland ook Engels. Duits in Duitsland. «De meeste mensen spreken wel Engels in deze business». Lassers, ‘fabrikeurs’ en flensmonteurs blijken wel al eens uit Oost-Europa te komen.

«Meestal werken ze in onderaanneming voor grote bedrijven bij shutdowns. Maar niet voor on-site machining of lekdichtingen. De professionalisering zet door. Medewerkers badgen en vullen tijdlijsten in bij de klant. We schakelden zelf ook over op een ‘track & trace’-systeem ».


(foto’s: LDS, Veltec)
door Luc De Smet, Maintenance Magazine