Nieuwe leerplannen voor technisch onderwijs

Onlangs herwerkte het Katholiek Onderwijs Vlaanderen de leerplannen van de tweede graad BSO Basismechanica en de tweede graad TSO Mechanische technieken.

Trefwoorden: #Frank Remy, #leerplannen, #technisch onderwijs

Lees verder

HR

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - Het is de bedoeling het lessenpakket beter op de bedrijfspraktijk af te stemmen, onder meer door veel meer op onderhoud in te zetten.

Dat is een interessante, ja zelfs revolutionaire verandering, denk je dan. Maar zit er geen addertje onder het gras? Veeleer een uit de kluiten gewassen wurgslang, zo blijkt. De scholen krijgen immers geen (extra) middelen om hun lessenpakket aan te passen.

De herziening van de leerplannen kwam er na talrijke gesprekken tussen het Katholiek Onderwijs en de industriële spelers. “Hieruit bleek duidelijk dat de noden van de bedrijven zijn geëvolueerd, zeker op het vlak van mankracht,” vertelt Frank Remy, Pedagogisch Begeleider - Coördinatie Wetenschap & Techniek en Studiegebied Verantwoordelijke Mechanica-Elektriciteit van de Dienst Curriculum & Vorming – Team Secundair Onderwijs van het Katholieke Onderwijs Vlaanderen.

“Van een eerder eenvoudige maaknijverheid evolueren we naar een hoogtechnologische industrie waarin onze afgestudeerde leerlingen vooral hun plaats in de onderhoudsdienst zullen vinden. In de huidige leerplannen ligt het accent echter nog steeds op vormgeving en verspanen, draaien en frezen dus, terwijl de praktijk techniekers nodig heeft die kunnen monteren/demonteren, herstellingswerken uitvoeren én de onderhoudstechnieken onder de knie hebben.

Rekening houdend met de beroepskwalificaties die zijn uitgeschreven in het kader van de modernisering van het secundair onderwijs hebben we dus de leerplannen ‘mechanica’ van de tweede graad BSO en TSO herwerkt.”

Weinig concreets
Hoewel de scholen verplicht zijn om een goedgekeurd leerplan te volgen, laten de nieuwe leerplannen ‘mechanica’ toe om regionale accenten te leggen. “In concreto kan een school in een omgeving met veel maakindustrie het gedeelte vormgeving sterker aanreiken, terwijl een school in een regio met grote nood aan onderhoudstechnici eerder het accent op de curricula onderhoud en montage/demontage zal leggen,” legt Frank Remy uit.

Onze eerste conclusie is dus dat er naar alle waarschijnlijkheid grote verschillen in het lessenpakket zullen optreden. Tweede vaststelling: er is geen enkele leidraad om het leerplan in ‘lesmaterie’ te vertalen. Vandaar dat de scholen momenteel de koppen bijeen steken. “Kennis delen, is waar het om draait,” verduidelijkt Frank Remy.

“In het technische onderwijs zit een schat aan informatie, want zo’n 90 % van de leerkrachten techniek heeft een jarenlange carrière in de praktijk achter de rug. Ook zijn er flink wat die zich in het nabije verleden bijschoolden in functie van nieuwe onderhoudstechnieken en dergelijke. We zijn ervan overtuigd dat er dus voldoende kennis over maintenance aanwezig is om interessante en vooral toepasbare lessenreeksen te ontwikkelen.

Natuurlijk zal niet elke school over een gelijke hoeveelheid kennis beschikken. Om te vermijden dat ze opnieuw het warm water moeten uitvinden, komen we op regelmatige basis samen met alle betrokken scholen per regio (dat komt ongeveer overeen met de provincies) om ideeën uit te wisselen, van elkaar te leren en een implementatietraject voor de leerplannen te doorlopen.”
Voor wat, hoort wat…

Allemaal goed en wel, maar er is 0,0 euro budget voorzien om het lessenpakket te vernieuwen en de leraars bijscholing te geven, laat staan om nieuw didactisch materiaal aan te kopen. De reflectie van het Katholiek Onderwijs is eerder laconiek: “Wij zijn bereid om in te spelen op de wensen van de industrie. Maar voor wat, hoort wat. Het is aan de industrie om mee aan de kar te trekken door materialen en machines ter beschikking te stellen, te investeren in stages en buitenschoolse leertrajecten, bedrijfsbezoeken te organiseren, gastdocenten af te vaardigen,…”

Helaas blijkt het enthousiasme van de sector erg laag te zijn. “Om eerlijk te zijn: ik ben teleurgesteld, want de reactie op mijn oproepen is nihil. Gelukkig zijn er al scholen die nauw met de lokale industrie samenwerken. Via de regionale bijeenkomsten hopen we hierover eveneens ervaringen uit te wisselen.

Meer nog, we hopen dat de scholen hun collega’s warm kunnen maken om zelf het initiatief te nemen en naar ondernemers toe te stappen. Hoe dan ook: samen sterk, is dé slogan van de toekomst. Samenwerken tussen verschillende scholen, maar vooral samenwerking tussen de industrie en de onderwijsinstellingen.

Want pas dan zullen we afgestudeerden kunnen afleveren die echt klaar zijn om op de arbeidsmarkt te starten!”


door Els Jonckheere, Maintenance Magazine