«Industrie 4.0-conforme productie trekt investeringen aan»

Wat is de impact van nieuwe technologieën op de Vlaamse maakindustrie? Welke verwachtingen koestert de maakeconomie? PwC België en Flanders Make voerden een diepgaand onderzoek uit.

Trefwoorden: #Dirk Torfs, #Flanders Make, #Industrie 4.0, #maakindustrie, #Peter Vermeire, #PwC

Lees verder

Magazine

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - De studie leert dat onze maakbedrijven enerzijds wel klaar zijn voor de transformatie naar Industrie 4.0, maar vertelt anderzijds ook dat ze zich vooral zorgen maken over de menselijke dimensie: het vinden van het juiste talent.

Wie de kat uit de boom kijkt in afwachting van de 'grote doorbraak' van de digitale productietechnologie, mag zich bovendien verwachten aan hogere en duurdere investeringen.

Het is de eerste keer dat in België een dergelijk diepgaand onderzoek gedaan werd naar de impact van Industrie 4.0, de digitale fabriek of het Industriële Internet of Things (what's in a name?), kortom de vierde industriële transformatie die enkele jaren geleden is ingezet.

De studie «Industry 4.0: hype or reality? The current state of play in Flemish manufacturing» gebeurde op basis van diepte-interviews die tussen oktober 2016 en februari 2017 werd afgenomen van productiespecialisten bij 30 ondernemingen, die samen een omzet hebben van 16,4 miljard euro en meer dan 33.000 mensen tewerkstellen.

Uit de antwoorden blijkt dat 93% van de respondenten erkent dat Industrie 4.0 een aanzienlijke transformatie van hun business inhoudt en voor betere resultaten kan zorgen. Zo verwachten ze door de technologische vernieuwingen de kosten elk jaar met gemiddeld 2,5% te kunnen terugdringen, en rekenen ze op een jaarlijkse verhoging van de efficiëntie met 2,4%.

Dat kan onder meer door data vanuit de onderneming, die kunnen verzameld worden door sensoren en ERP-systemen, te combineren met informatie die afkomstig is van andere partners uit de waardeketen.

Transformatie al volop bezig
Uit de studie blijkt Vlaanderen het niet zo slecht te doen qua bewustwording: 87% van de ondervraagden is van mening klaar te zijn voor de digitale uitdaging. «Bij onze maakbedrijven staat de digitale transformatie hoog op de agenda», zegt Peter Vermeire, Partner bij PwC België.

«83% is actief aan het bekijken hoe ze het concept Industrie 4.0 kunnen implementeren in hun business en operationele strategie, al verwijzen ze zelf niet altijd expliciet naar het begrip «Industrie 4.0». De helft van de bedrijven waarmee we hebben gepraat heeft de belangrijkste strategische actiepunten uitgezet, en 86% vindt dat ze zeker op gelijke voet staan met hun concurrenten of zelfs voorsprong hebben als het gaat over de transformatie naar Industrie 4.0».

«Aan het einde van dit transformatieproces», zo stellen de onderzoekersin het rapport, «zullen we echt digitale ondernemingen aantreffen, met een kern van fysische producten waarrond een brede waaier van digitale inferfaces en diensten is geweven. Dit zal de marktdynamiek van heel wat industrieën totaal overhoop gooien».

Vlaamse investeringen blijven onder gemiddelde
Om het potentieel van de digitale fabriek te ontsluiten, dienen de maakbedrijven uiteraard eerst substantieel te investeren. Die bereidheid lijkt er ook wel (ten dele) te zijn: over de volgende vijf jaar verwachten de ondervraagde maakbedrijven hun investeringen in IT en digitalisering tot gemiddeld 3% van hun omzet op te drijven.

Dat is alvast een positief signaal, maar het bedraagt slechts iets meer dan helft van de 5% die maakbedrijven wereldwijd aangeven te zullen investeren in de digitale fabriek (cijfer: PwC global report 'Building your digital enterprise'). Ook de verwachte ROI-termijn van de investeringen ligt in Vlaanderen aan de lage kant: 53% verkiest een snelle ROI van één of twee jaar, 37% van twee tot vijf jaar.

Geen enkel van de ondervraagde maakbedrijven blijkt bereid voor Industrie 4.0 gerelateerde investeringen een ROI-horizon van meer dan vijf jaar te hanteren, vergeleken met 7% wereldwijd. 10% is van mening dat de investering zich in één jaar of minder moet terugbetalen.

«We moeten er zorg voor dragen dat ons productie-apparaat minstens even snel transformeert als dat in de rest van de wereld», stellen de onderzoekers. «Anders lopen we mettertijd onvermijdelijk een achterstand op». De Vlaamse maakindustrie dient investeringsgewijs dus alvast een tandje bij te steken.

Wie niet tranformeert, wacht hogere kapitaalkosten
Alvast belangrijk is de voorspelling dat tussen nu en vijf jaar het al dan niet Industrie 4.0 'conform' produceren zal uitgroeien tot een maatstaf voor het aantrekkelijk maken van nieuwe investeringen in nieuwe productiecapaciteit.

Bedrijven die niet met Industrie 4.0 en de digitale transformatie mee zijn, zullen niet alleen voor het behoud van marktaandeel moeten vechten, maar dreigen door de financiële wereld ook hogere kapitaalkosten aangerekend te krijgen, menen de onderzoekers. Bovendien heeft een afwachtende houding strategisch weinig zin, poneert het onderzoeksteam: «Voor wie de trein mist, zal de inhaalbeweging nadien niet alleen veel hogere investeringskosten met zich meebrengen, ook investeerders überhaupt nog overtuigen zal veel moeilijker zijn».

Toch plant maar liefst eenderde van de Vlaamse maakbedrijven relatief weinig extra investeringen in afwachting dat de 'perfecte technologie' ten tonele verschijnt. «Dat is naar onze mening een zeer kortzichtige houding», stelt het rapport.

«Het welslagen van de digitale transformatie hangt niet af van het inkopen van de juiste technologie (zoals slimme sensoren, geconnecteerde instrumententatie en productiesoftware zoals Manufacturing Executions Systems, redactie), maar staat of valt met een organisatie- en mentaliteitswijziging binnen de betrokken ondernemingen. Dat kan enkel via Change Management, het begeleiden van veranderingsprocessen, op de lange termijn».

Vooral bekommerd om menselijke dimensie
Opvallend in het onderzoek is ook dat de maakbedrijven zich sterk bezorgd tonen om de menselijke kant van Industrie 4.0. Niet alleen omwille van de invloed die dit doorgedreven automatiseringsconcept zal hebben op de tewerkstelling, maar vooral omwille van de vrees dat ze onvoldoende digitaal talent zullen vinden.

«Om het ritme van de zeer snel evoluerende technologieën te kunnen volgen, is er sterke behoefte aan samenwerking tussen bedrijfstakken, open innovatie en het delen van kennis», zegt Dirk Torfs, CEO van Flanders Make.

«Bedrijven beschikken weliswaar over talentvolle medewerkers, maar omdat de nieuwe technologieën en toepassingen elkaar zo snel opvolgen, hebben bedrijven nog meer digitale expertise nodig om de bestaande capaciteiten te versterken en uit te breiden. Levenslang leren wordt meer dan ooit een noodzaak».


(foto's: Flanders Make, PwC)
door Bert Belmans, Engineeringnet