Stap in goede richting, maar nood aan energienorm blijft

Het is positief dat de Vlaamse regering de Europese regels benut om voor een beperkt aantal elektro-intensieve bedrijven een alternatieve berekening van de groenestroombijdrage in te voeren.

Trefwoorden: #chemie, #energienorm, #energieverbruik, #essenscia, #Vlaamse Regering

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE - Dit is een absolute noodzaak voor de concurrentiepositie van deze bedrijven die anders uit de markt zouden worden geprezen. Aangezien de regeling slechts geldt voor een handvol bedrijven blijft de invoering van een energienorm echter noodzakelijk.

Chemiebedrijven in Vlaanderen zijn wereldtop op vlak van energie-efficiëntie, maar betalen volgens een recente studie van Deloitte nog altijd 10 tot 40% meer aan energiekosten dan hun concurrenten in de buurlanden.

De beslissing van Vlaams energieminister Bart Tommelein en de Vlaamse regering om de groenestroombijdrage voor elektro-intensieve bedrijven vanaf 2019 anders te gaan berekenen, is een goede zaak voor de concurrentiekracht van de betrokken bedrijven. Ondernemingen die van het nieuwe systeem gebruik willen maken, moeten wel bewijzen dat ze energie-efficiënt werken.

De nieuwe regeling is evenwel geen uitzonderingsmaatregel, maar de eenvoudige toepassing van Europese richtlijnen zoals dit bijvoorbeeld ook al in Duitsland gebeurt. Bovendien geldt de regeling slechts voor een handvol bedrijven en is de toegekende korting maar een fractie van de totale stroomfactuur.

Frank Beckx, gedelegeerd bestuurder essenscia vlaanderen: “De beslissing van de Vlaamse regering is zeker een stap in de goede richting, maar de invoering van een energienorm, zoals opgenomen in het regeerakkoord, blijft noodzakelijk om de energiekostenhandicap van de hele chemiesector in Vlaanderen op termijn weg te werken.”

“Bedrijven in Vlaanderen betalen nog altijd een pak meer aan energiekosten dan hun concurrenten in de buurlanden. Daar brengt deze regeling slechts minimaal verandering in, want de impact is beperkt tot enkele bedrijven uit de chemiesector. Bijkomende concrete maatregelen blijven dus nodig om de concurrentiepositie van één van de sleutelsectoren van de Vlaamse economie te vrijwaren.”

Sommige productieprocessen in de chemiesector vereisen veel elektriciteit, waardoor de energiekosten voor bepaalde bedrijven hoog kunnen oplopen. Net daarom doet de Vlaamse chemie er alles aan om zuinig om te springen met energie.

Zo engageren meer dan 100 sectorbedrijven zich vrijwillig in zogenaamde energiebeleidsovereenkomsten (EBO) met de Vlaamse regering. Op die manier hebben de bedrijven het voorbije decennium gezamenlijk evenveel energie bespaard als het jaarlijkse energieverbruik van ongeveer 1,5 miljoen huishoudens.

Sinds 2000 is de productie in de sector verdubbeld terwijl de energie-efficiëntie in diezelfde periode met 50% is verbeterd.


(bron en foto: essenscia)