ENGINEERINGNET.BE -- Het Federaal Wetenschapsbeleid en zijn voogdijminister Paul Magnette stellen in een perscommuniqué tevreden te zijn met de Belgische inbreng in de ontwikkeling van de kleine draagraket Vega: “Het Belgische bedrijfsleven is duidelijk aanwezig in dat programma”.
Dat is belangrijk, want ESA besteedt zijn contracten aan de bedrijven in een bepaald land uit à rato van de financiële inbreng van dat land in de ontwikkelingskosten.
De Belgische inbreng – van de bedrijven SABCA, Spacebel, Axima en ETCA - sloeg met name op het programma dat als doel heeft de eerste trap met vastebrandstofmotor van die nieuwe draagraket te ontwikkelen.
Het doel van het Vega-programma was de ontwikkeling van een kleine draagraket met een laadcapaciteit van 1.500kg waarmee ladingen in een baan op 700 km hoogte kunnen worden gebracht. Europa wou beschikken over een volledig gamma van draagraketten met de bedoeling de kosten voor het in een baan brengen maximaal te drukken.
Volgens het Federaal Wetenschapsbeleid heeft België een stevig aandeel in Vega, maar ook in het daarvan afgeleide Verta-programma.
Dat project heeft te maken met het verdere onderzoek van technologie die in het kader van Vega ontwikkeld is. Voor dat programma is België zelfs de vierde grootste bijdrager.
ACHTERGROND
SABCA zorgt voor het TVC-deelsysteem (Thrust Vector Control) voor die trap, te weten de tussentrap 0/1, alsook voor de systemen voor de eerste trap en elektromechanische ontstekers voor de drie trappen van de draagraketten.
Axima van zijn kant heeft het airconditioningsysteem van de zogenaamde Belgische zaal van het grondsysteem geïnstalleerd.
Spacebel zal bij de volgende vlucht zijn expertise en steun bieden aan Italië bij de ontwikkeling van de tweede stroombron voor de boordsoftware.
ETCA zal de kaarten voor de verwerkingseenheid van het inertieel referentiesysteem leveren: elektronische uitrusting voor boord- en grondsystemen.
