ENGINEERINGNET.BE - “Met de vorming van deze interuniversitaire consortia willen Vlaamse rectoren de krachten bundelen”, zegt Luc Sels, voorzitter van de Vlaamse Interuniversitaire Raad.
"We willen op deze manier het Vlaams wetenschappelijk onderzoek nog meer op de kaart zetten en laten doorgroeien naar een internationaal excellentieniveau."
Met de Bijzondere Onderzoeksfondsen (BOF) heeft de Vlaamse regering jaren geleden elke universiteit een strategisch instrument gegeven om een autonoom beleid inzake wetenschappelijk onderzoek te voeren, gebaseerd op eigen prioriteiten en noden, maar steeds met excellentie als selectiecriterium.
Om die reden neemt het BOF-mechanisme binnen de waaier van bestaande financieringskanalen een unieke positie in. In 2018 liet de Vlaamse regering een evaluatie uitvoeren, waaruit bleek dat Vlaamse universiteiten verantwoordelijk, efficiënt en effectief omgaan met de geboden autonomie.
Met de iBOF-financiering leggen de universiteiten nu middelen samen uit hun onderzoeksfondsen. Zo wordt excellent, kennisgrensverleggend onderzoek gesteund, dat wordt uitgevoerd in een samenwerking van minstens drie promotoren van minstens twee Vlaamse universiteiten.
Een iBOF-project brengt toponderzoekers samen, al dan niet in combinatie met veelbelovende onderzoekers met groot potentieel die dankzij een dergelijk interuniversitair project Vlaanderen internationaal nog meer op de kaart zetten.
Het aanvragende consortium moet een onderling overlegd onderzoeksvoorstel met een looptijd van 4 jaar indienen, waarin elke promotor expertise aanbrengt die essentieel is voor de uitvoering van het voorstel. Gerenommeerde buitenlandse experten beoordelen de projectvoorstellen.
Tegelijk moeten de promotoren complementair of wederzijds versterkend zijn en hebben ze elkaar nodig om het project in synergie te kunnen uitvoeren. Voorstellen kunnen worden ingediend in alle wetenschapsdisciplines.