ENGINEERINGNET.BE - Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is radon, naast roken, wereldwijd een van de belangrijkste oorzaken van longkanker.
In België veroorzaakt het radioactieve edelgas elk jaar 480 longkankers. Recente studies laten voorzichtige aanwijzingen zien dat radon ook tot andere kankertypes of zelfs andere ziektes kan leiden.
Om burgers tegen het stralingsrisico te beschermen, heeft de EU een nieuwe wetgeving goedgekeurd en investeert ze in broodnodig onderzoek. RadoNorm is daar één onderzoeksproject van.
Het project is allesomvattend: het wil radon- en NORM-blootstellingen in kaart brengen, nieuwe dosimetrische technieken ontwikkelen, de impact op de gezondheid en ecologie evalueren, het begrip voor maatschappelijke aspecten vergroten en uniforme opleidingen integreren in ondernemingen, die met dergelijke materialen werken.
“De grote kracht van het RadoNorm-project is de kruisbestuiving tussen wetenschappelijke disciplines, van natuurwetenschappen tot sociale wetenschappen. Ook wij, SCK CEN, gooien meerdere disciplines in de strijd om die ambitie te helpen verwezenlijken”, aldus dr. Tanja Perko, projectcoördinator bij SCK CEN.
Het maatschappelijke aspect krijgt veel aandacht in het RadoNorm-project. SCK CEN neemt voor dat gedeelte de leiding en stuurt 15 universiteiten aan, waaronder UHasselt en UAntwerpen. In samenwerking met die universiteiten wil SCK CEN bijvoorbeeld bekijken hoe burgers met het stralingsrisico omgaan.
Natuurlijke radionucliden zijn sinds het ontstaan van de aarde aanwezig in de aardkorst. Het gaat bijvoorbeeld over uranium-238, thorium-232 en hun respectievelijke vervalproducten. Een van die vervalproducten is het radioactieve edelgas radon.
Het ontsnapt uit de bodem en komt in het milieu terecht. “De bodem ‘ademt’ radioactief radon uit, dat op zijn beurt vervalt. Bomen kunnen die vervalproducten opnemen en weer teruggeven aan het bosoppervlak, waar dieren leven”, aldus prof. dr. Jordi Vives i Batlle, radio-ecoloog bij SCK CEN.
“Hoe verloopt dit proces? Hoeveel radioactiviteit wordt er op die manier aan de fauna overgedragen? Dat willen we allemaal weten.” SCK CEN zal hiervoor twee geavanceerde modellen combineren: een model om bosoverdracht te simuleren en een model om radon-aersolen in de lucht na te bootsen.
Echter, het is geen éénrichtingsverkeer. Niet enkel van flora naar fauna, ook van fauna naar flora. SCK CEN neemt specifiek de rol van de gewone regenworm (Lumbricus terrestris) onder de loep.
“De vraag is of deze dieren ook de verspreiding van NORM-materialen en metalen, en hun opname in de vegetatie beïnvloeden," stelt dr. Nathalie Vanhoudt, radio-ecologe bij SCK CEN. "En zo ja, hoe gaat dat onderliggende proces in zijn werk? Om daar een antwoord op te formuleren, zullen wij de natuurlijke interactie tussen bodem en organismen op microschaal nabootsen.”
“Sommige bodems kunnen een mix van contaminaties hebben: natuurlijke radionucliden enerzijds en chemicaliën anderzijds. We zullen een nieuw model ontwikkelen om het cumulatieve risico voor dierpopulaties te evalueren. Het model bestudeert onder meer het effect van radioactiviteit en chemische toxiciteit in het voortplantingssysteem en DNA-herstelsysteem van kleine zoogdieren”, aldus Vives i Batlle.
Verder zal SCK CEN twee NORM-sites op Belgische bodem inventariseren, die later in een overzicht van bestaande NORM-sites op Europees niveau worden opgenomen. “Dat geeft de kans om wetenschappelijk en beleidsmatige uitdagingen gerelateerd aan de meest relevante NORM-blootstellingsscenario’s te identificeren”, aldus Vanhoudt.