ENGINEERINGNET.BE - Dit betekent dat servers de fabriek of werkplaats binnendringen, waardoor ze een andere bescherming vereisen.
"We volgen de markt op de voet en zien Industrie 4.0 als een belangrijke trend die op ons afkomt", begint Koen Van Hende, Product Manager bij Rittal Belgium, een Duitse leverancier die zich specialiseert in onder andere industriële kastsystemen en behuizingen voor servers.
"Machines zullen enorm veel data genereren. We verwachten dat dit één ketting wordt en dat machines digitaal op elkaar aangesloten worden."
Om daarop in te spelen moeten servers uit het centrale datacenter treden en gegevens moeten lokaal blijven. Iets waar Rittal Belgium nu op inzet met een nieuw gamma producten onder de noemer industry goes IT.
"In de industrie is latency (de snelheid waarmee gegevens beschikbaar zijn) erg belangrijk”, stelt Van Hende. “Je wil dus zo weinig mogelijk vertraging op het signaal, en dat vergt dat servers zo dicht mogelijk bij de bron komen. Dit heet edge computing: je plaatst de servers aan de rand van het netwerk, in dit geval dicht bij de machines."
Bescherming
Maar… servers mag je niet zomaar in een productieomgeving plaatsen. Ze vereisen daarvoor immers een specifieke bescherming. Dat is tegelijk de expertise van Rittal. "Voor de industrie bieden we bijvoorbeeld IP 55 behuizingen aan", stelt Van Hende.
"Dat betekent dat de kast bestand is tegen spatwater. Een industriële omgeving is ook stoffiger dan een datacenter, wat opnieuw extra bescherming vraagt. Ook de ventilatie verloopt anders. Er moeten filters op de ventilatoren zitten, want anders zuig je simpelweg stof in de server." Een aantal kenmerken die Rittal verenigt in haar nieuwe VX IT rack.
Daarnaast speelt ook energiezuinigheid een belangrijke rol. "We bieden daarom de Blue e+ koeling aan", zegt Van Hende. "Die is al gekend in de industrie, en nu passen we het product specifiek voor IT-toepassingen aan. Dit element bevestig je aan de wand of op het dak van de behuizing. Het systeem blaast koude lucht vooraan het rack in, verzamelt de warme lucht achteraan en koelt die dan opnieuw. Zo ontstaat er een cyclus, zonder dat we, mogelijk stoffige, buitenlucht moeten aanzuigen."
Monitoring
Ten slotte verwerkt Rittal digitale technologie in haar behuizingen, denk maar aan IoT-sensoren. "Meten is weten", stelt Van Hende. "Met deze sensoren volgen we de apparatuur op. Wat op zijn beurt een ander onderhoudsmodel mogelijk maakt. Traditioneel bezit een ventilator een specifieke levensduur, waarna we deze vervangen. Maar in de praktijk hangt dat af van de context waarin hij opereert. Met de IoT-module volgen we die nu constant op. Zo organiseren we het onderhoud preventief en vermijden we een stilstand."
Rittal behuizingen beschermen zelfs servers die in de buitenlucht werken. "Niet alle industriële machines staan in een ruimte en soms moeten servers ook buiten staan”, geeft Van Hende aan. “Ze vereisen dus een buitenbehuizing. Daar moet je niet enkel te warme temperaturen voorkomen, maar ook te koude. We installeren daarom verwarming om te zorgen dat de temperatuur niet te laag gaat.
Als het pakweg -5 °C is buiten, dan krijg je condensvorming in de kast. We moeten de temperatuurverschillen dus minimaliseren." Rittal zet zo stevig in op nieuwe trends met haar behuizingen. "We blijven natuurlijk datacenters bedienen", besluit Van Hende. "Maar industrie en IT gaan steeds vaker hand in hand. Daarom passen we ons aanbod nu aan en maken we onze IT-producten klaar voor de industrie.”
