Benoît Deper: "Ontsnappingssnelheid halen in new space"

"Ik kan je geen succes beloven. Ik kan je wel vertellen dat je zult lijden, hard werken, sneller verouderen dan normaal … maar het wordt leuk.” Zo sprak Benoît Deper (36), CEO van Aerospacelab, zijn 70 medewerkers toe bij de opening van de nieuwe fabriek.

Trefwoorden: #Aerospace, #ingenieur, #research, #ruimte

Lees verder

Topingenieurs

( Foto: LDS )

ENGINEERINGNET.BE - Tussen idee en realisatie van die fabriek zat er geen jaar. De fabriek, goed voor 2.000 m², is nu nog volop in uitrustingsfase. Jaarlijks kunnen er 24 satellieten geproduceerd worden.

Midden juni maakte Aerospacelab bekend dat er in Charleroi een ‘mega-fabriek’ komt die twee satellieten per dag moet kunnen bouwen of zo’n 500 per jaar. Die megafactory van 16.000 m², waarvan 3.000 m² labs en 6.000 m² cleanrooms, zou tegen begin 2025 operationeel zijn en werk bieden aan 400 à 500 mensen. Het gaat snel in de jonge Belgische ‘new space’.

Aerospacelab, dat Deper in 2018 oprichtte, zal daarmee zowat de grootste satellietenbouwer worden in Europa. Meer nog: het bedrijf kiest voor verticale integratie en zal zo veel mogelijk in eigen huis realiseren, van ontwerp en testen tot productie. Om de vooropgestelde volumes te halen wil men met standaardcomponenten maatwerk kunnen afleveren.

Die gestandaardiseerde blokken of modules zijn dan wel 20 à 30% zwaarder dan échte maatproducten, maar aangezien de lanceerkosten verhoudingsgewijs sneller dalen, wordt gekozen voor standaardiseren én een agressief prijzenbeleid. Het bedrijf gaat verder dan het bouwen en lanceren van satellieten. Het wil uiteindelijk vooral de data, die de satellieten zullen opzuigen, verwerken en er ‘informatie’ van maken voor klanten in de meest verscheiden markten.

Keuzestress
“Ik wou een studie waarmee ik vele richtingen uit kon. De mindset was om zo breed mogelijk te gaan maar op het einde van de rit toch een job te vinden”, zegt Deper. Het werd engineering, dus. Aan de UCL. Elektronica en Mechanica leken hem de breedste mogelijkheden te bieden. Later Mechatronics en Robotics.

Onderweg doet hij het Institut Supérieur de L’Aéronautique et de l’Espace in Toulouse aan waar hij een extra Master-diploma Systems Engineering behaalt. Onmiddellijk na de studie, in 2009, loopt hij een jaar lang stage in software engineering, in het NASA Ames Research Center (Californië). Hij kwam terecht op het PhoneSat project dat er net van start ging.

Het begon als een collaboratief studentenproject dat mikte op het bouwen van pico/nanosatellieten met ‘off the shelf’ smartphones en het Arduino platform als belangrijkste bouwstenen. “NASA zette het lab op om meer te weten te komen over agiele ontwikkelingscycli.” De eerste drie satellieten (CubeSats van 1 dm³ die nauwelijks 1,25 tot 1,43 kg wogen) gingen uiteindelijk in april 2013 met succes de ruimte in. Dat gebeurde met een Antares raket van Orbital Sciences.

Kennisverwerving
“Het geheel was ook gekoppeld aan Google, dat zijn hoofdkwartier aan de overkant van de straat heeft.” Het ging er om satellieten te bouwen die minder dan 10.000 euro kosten. “We waren vrij om te doen wat we wilden.” Uiteindelijk evolueerde het lab naar PlanetLabs dat intussen al meer dan 450 satellieten bouwde en lanceerde, waarvan er nu nog meer dan 200 in de ruimte hangen.

Ze verzamelen en analyseren dagelijks beelden en data over meer dan 350 miljoen km² op aarde … Na een jaar Californië, in die zomer volgt hij cursus bij de International Space University (Portugal), start Deper in 2011 als system engineer bij Estec (European Space Research and Technology Centre van ESA).

Hij blijft studeren en begint aan de KULeuven een Ma-na-Ma Artificiële Intelligentie en Computerwetenschappen. Het had verrassend veel voeten in de aarde om deze ‘dagstudie’ deeltijds te kunnen lopen en examens te doen. “De hogere studies werden toen net geregionaliseerd en mijn diploma’s aan de UCL moesten gelijkgesteld worden. Ik deed de examens maar schreef er geen thesis. Voor mij ging het louter om ‘kennisverwerving’.”

Zwitserland
Een intense tijd. Hoewel hij blij was bij ESA, trok hij nauwelijks een jaar later, in november 2012, toch naar Zwitserland waar hij R&D directeur werd van het net opgerichte S3 (Swiss Space Systems). Het bedrijf wou in Payerne een ‘spaceport’ bouwen. Met grote A300 vliegtuigen zou het suborbitale onbemande maar herbruikbare ruimtevliegtuigen (SOAR) droppen in de vlucht.

Die zouden hoger-op satellieten van 250 kg in de ruimte uitzetten. Men droomde er zelfs van bemande ruimtevliegtuigen die passagiers op een uur tijd van het ene naar het andere continent zouden brengen … Het bedrijf groeide snel maar was onder-gefinancierd.

Hij bleef tot eind 2015. Een dik jaar later liep de start-up op de klippen “Maar ik ben wel superblij dat ik er bij was. Ik was 25 en zette een designoffice op, een onderzoekslab … Ik moest omgaan met sterke karakters, met mensen die geen teamspelers zijn. Het was de beste managementschool die ik me kon veroorloven.”

Eerste missie
Nadat hij negen maanden lang het nodige startgeld van 8 à 9 miljoen euro bijeenharkte, richtte hij in 2018 Aero-spacelab op. Van bij de start zijn er vijf medewerkers. In april 2019 in een serie A financiering haalt het bedrijf nog 11 miljoen euro op. In toto dus 20 miljoen euro gevonden bij XAnge, Belaero, BNP Paribas Private Equity, Sambrin-vest en SRIW.

Daarmee bouwde het ‘new space’ bedrijf in Mont-Saint-Guibert een eerste prototype satelliet (Arthur) die eind juni 2021 de ruimte in ging. Deze ‘Risk Reduction Flight’ missie ging erom ervaring op te doen en een hoge resolutie optische lading uit te zetten. Tegelijk wilde men de manoeuvreerbaarheid nagaan van de satelliet die gebruik maakt van het Micro Propulsion System van ExoTrail.

Een dik half jaar na deze geslaagde vlucht haalde Aerospacelab nog eens 40 miljoen euro op. “We schalen de productie op”, stelde Deper. Stapten nu mee in de financiering: Airbus Ventures, Sambrinvest, Octave Klaba, Miroslav Klaba, BNP Paribas Private Equity, XAnge én opnieuw SRIW en Belaero. “Er is ook nog heel wat research te doen.”

Ontsnappingssnelheid
Het bedrijf bouwt in Louvain-La-Neuve ondertussen aan twee constellaties van smallsats (100 à 150 kg). De eerste bestaat uit zogenaamde companion satellites voor de Copernicus’ Sentinel-2 missie, die multispectrale beelden vanuit de ruimte zal nemen. De tweede constellatie focust op Very High Resolution (VHR) beelden (50 cm/pixel).

Tegen november is er een volgende satelliet klaar. Die moet in januari de lucht in. Daarna zijn er meerdere per jaar voorzien. 20 plus 40 miljoen euro is tegelijk veel en … niet genoeg. Deper beaamt.

“Businessgewijs kunnen we hiermee sustainability halen door aan derden te verkopen, op meerdere assen te werken en winstgevend te zijn. Maar de ambities gaan verder. Gelukkig is het makkelijker geld op te halen als je winstgevend bent. De vraag is: waarmee halen we onze ‘escape velocity’ of ontsnappingssnelheid?”

Hengelen
Komt er een ruimtecluster in Charleroi? Thales Alenia Space en Sonaca zijn er al actief. Aerospacelabs megafabriek komt op de site van ACEC, ooit zelf actief in de ruimtevaart, dat in 1989 ontmanteld werd.“ Onze belangrijkste kostenfactor is HR.” En dat blijft ook zo wanneer het bedrijf naar 400 à 500 medewerkers groeit.

“We vinden vlot goede kandidaten”, zegt Deper. Aan belangstelling van jonge ingenieurs is er weinig gebrek. Veel studenten, die er stage lopen, blijven ook. Moeilijker is het om bepaalde specifieke profielen te vinden. Systeemarchitecten met ervaring, bijvoorbeeld. Dan wordt er al eens gehengeld bij anderen … wat niet altijd geapprecieerd wordt en tegelijk de kostprijs voor die profielen opdrijft.

Deper wijst op de uitzonderlijke ligging van Louvain-la-Neuve. Dicht bij Brussel “dat zelf niet geïnteresseerd was” maar ’s ochtends en ’s avonds rijd je tegen de verkeersstroom in. “Ik ben nog steeds fan van mijn vroegere universiteit maar het gaat me vooral om onze expatprofielen.” Vandaag komt een derde van de medewerkers uit het buitenland. “Ze moeten een kader hebben waar ze in het Engels kunnen werken.”

Kleinregionalisme
Kiezen voor Louvain-la-Neuve en Charleroi betekende tegelijk niet kiezen voor Luik. “Ik ben geen voorstander van het kleinregionalisme dat steden in een landje als België tegen elkaar uitspeelt. Luik heeft inderdaad al langer een stevig ecosysteem rond ruimtevaart uitgebouwd. Maar de ‘cultuur’ zit er niet goed. Het gaat veelal om openbare bedrijven die jarenlang op één project werken als onderaannemer van veel grotere bedrijven.

Ik merk er een totaal gebrek aan competitiviteit. Het kan dan ook geen kwaad dat we daarvan afgeschermd zijn. We zullen ongetwijfeld operaties hebben in Luik. De mensen zijn er immers ‘top notch’ maar ik vrees een gebrek aan visie aan de top.” Anderzijds wordt er ‘remote’ gewerkt. “Zo hebben we een kantoor in het Franse Toulouse, bijvoorbeeld, waar we intappen op een uitgebreide ruimtewaardeketen. Bij ons in België beschikken we over de voordelen van een kmo-waardeketen.”

Verticale integratie
Deper kiest voor een verticale integratie bij de bouw van de satellieten. Hij wil zoveel mogelijk in huis houden, Zowel in Ottignies/Louvain-la-Neuve als later in Charleroi komen er bijvoorbeeld testfaciliteiten voor de satellieten. Deze zomer liepen trillingstests nog bij Exolaunch (Berlijn). De eigen ‘shaker’ is ondertussen opgesteld in de fabriek en wordt er nu proef gereden. In Mont-Saint-Guibert zagen we een vacuümkamer en cleanrooms, respectievelijk van ISO klasse 9, ISO klasse 7 en ISO klasse 5, die te gelegener tijd ook zullen doorschuiven.

“Ik weet niet of er een andere manier is om dit te doen dan via verticale integratie. Ik ben niet zeker dat we het ons anders kunnen veroorloven”, zegt Deper. Hij wijst er op dat Airbus, bijvoorbeeld, typisch drie à vijf lagen onderaannemers telt. Die subcontractors nemen élk zo’n 50% bruto marge. “Maar op de uiteindelijke kost is de ‘management friction’ een nog belangrijkere factor.

Met elke laag komen immers contracten die onderhandeld en vastgepind moeten worden. Eenmaal ‘bevroren’, kan je niet zomaar meer bijsturen zonder opnieuw maanden van onderhandeling. “Dan is verticale integratie te verkiezen omdat het makkelijker te managen is. Dat leidt tot meer agiliteit wat op zijn beurt voor kostenefficiëntie zorgt en … dat zorgt voor winst.”

Risico's
“Wij ontwikkelen verschillende producten in parallel. De synergie daartussen is belangrijk.” Maar die aanpak kent ook risico’s, erkent Deper. “Je hebt in de sector immers te maken met veel nicheproducten die zo specifiek zijn dat zelfs gespecialiseerde kmo’s het vaak niet aankunnen. Soms kan je het dan beter allemaal zelf doen.” Het Aerospacelab verhaal is dan ook een heel kluwen.

Deze aanpak heeft wel het voordeel dat het management precies weet wat er aan de hand is en hoever het staat. Een risicoverhaal dat fors kan opbrengen als alles eenmaal samenkomt. Deper verwacht dat de megafabriek in 2024 online gaat om na een inloopfase in 2025 echt uit de blokken te schieten.

“Verdere groei zal afhangen van de marktvraag. Het grootste risico is het niet halen van de ambitieuze KPI’s die we onszelf nu opleggen. Het grootste risico is laat komen, verzanden en daardoor een doorsnee speler worden. Wij willen impact hebben."

Van CubeSats naar mini-satellieten … én data
“Dankzij die CubeSats is er veel geïnnoveerd. Maar ze blijven kampen met technische uitdagingen”, zegt Deper. Thermisch en qua power en bijsturing blijven die dingen een nachtmerrie. “Ze waren wel nuttig om een hele generatie space engineers op te leiden. Er groeide ondertussen een hele industrie rond. Ondertussen kwamen de herbruikbare lanceerders er aan.

Vandaag is er een ‘ride share’ mogelijk voor satellieten ter grootte van een kleine frigo waar elders maar 5 kg kan. Dankzij de herbruikbare raketten kan je tien keer meer massa meenemen voor dezelfde kostprijs”, rekent Deper die wijst op het belang van SpaceX in die evolutie. “De satellieten die SpaceX naar boven kan brengen zijn beperkt qua volume maar minder qua massa.

Kleine satellieten worden dus stilaan ook zwaarder.” Ook Aerospacelab mikt op termijn op het bouwen van grotere en zwaardere satellieten, van 350 tot 400 kg. “Ik verwacht dat SpaceX en andere rakettenbouwers de lanceerkost verder naar beneden zullen blijven halen. Het is voor ons makkelijk te groeien, eerst met kleinere satellieten, omdat de meeste satellietenbouwers vastzitten in de oude, niet-herbruikbare en dus duurdere raketten.”

Uiteindelijk is het Deper en Aerospacelab echter te doen om de data die zijn satellieten vanuit de ruimte zullen doorsturen. “Vandaag gaat nauwelijks 10% van onze activiteit naar dataprocessing en -analyse. In de toekomst trekken we de aandacht voor software op. We moeten echter eerst door die fase waarbij we infrastructuur opzetten. Onze ‘end game’ is databusiness.” Deper noemt het ook ‘geospatial intelligence’.

Ondernemen ‘moet’ hard zijn
Benoît Deper raadt jongeren, die willen ondernemen, aan te kiezen voor een sector waarin ze goed zijn.  “Verlies niet teveel tijd met incubatoren, acceleratoren, kleinere beurzen … Hou de tijd in de gaten”, zei hij.  “Incubatoren proberen ons te incuberen. (Glimlacht) Niet alle zijn per se slecht. Vaak zijn ze gewoon ‘gewoon’.  Entrepreneurschap is er in soorten.

Voor bedrijven die écht een verschil kunnen maken, is het inkomgeld zo hoog, dat je alleen door zélf te leren gehard wordt. Als alles ‘voorgekauwd’ moet worden, haal je het niet. Een bedrijf opzetten vergt een zekere taaiheid. Het gepamper van incubatoren belooft een ‘easy mode’. Ik wil nog het bedrijf zien dat via een incubator de Nasdaq opgaat.” Het format is gewoon fout, meent hij. “Tijdverlies.”