300 Belgische sensoren nemen deel aan Artemis I-missie

De sensoren van SCK CEN hangen, samen met nog zo’n 10.900 andere sensoren, aan de twee poppen die de blootstelling aan kosmische straling tijdens een maanmissie in kaart gaan brengen en tegelijk een speciaal ontworpen ruimtevest zullen testen.

Trefwoorden: #kosmisch, #NASA, #ruimte, #SCK CEN, #sensoren, #straling

Lees verder

Nieuws

( Foto: DLR )

ENGINEERINGNET.BE - NASA gaat binnenkort haar gloednieuwe maanraket SLS (Space Launch System) lanceren. Die 98-meter hoge raket zal het ruimteschip Orion in een baan om de maan katapulteren.

Dat ruimteschip is ‘bemand’ met drie poppen. De poppen die meevliegen, meten zorgvuldig alle omstandigheden aan boord. Commandant Moonikin Campos (de pop van NASA) meet de druk en belasting die astronauten bij de lancering ondervinden. De twee andere poppen (Helga en Zohar) brengen de blootstelling aan kosmische straling tijdens een maanmissie in kaart.

Helga en Zohar zijn uitgerust met maar liefst 11.200 sensoren, waarvan er 300 komen van het nucleaire onderzoekscentrum SCK CEN. De sensoren zullen de stralingsdosis meten, die astronauten bij dergelijke missies zullen oplopen tot op orgaanniveau.

Doel van de missie is ook om een speciaal ontworpen ruimtevest uitvoerig te testen. Biedt die ruimtevest bescherming tegen kosmische straling? Om het effect van die vest te bepalen, voert het internationale consortium een experiment uit. Tijdens de Artemis I-missie draagt de Duitse pop Helga geen vest, haar Israëlische zus Zohar wel. 

Olivier Van Hoey, dosimetrie-expert bij SCK CEN: “We plakten bij beide poppen een 100-tal dosimeters aan de buitenkant. Wat we op die plaats meten, vertelt ons veel over de dosis die we in meer stralingsgevoelige organen zullen vinden. Bij Zohar plaatsen we 100 extra detectoren bovenop de vest. Dat geeft ons de kans om de stralingsblootstelling tussen beide poppen te vergelijken.”

Er zijn naast SCK CEN wereldwijd nog acht andere laboratoria die hetzelfde zullen doen, met vergelijkbare detectoren. Als alle laboratoria onafhankelijk van elkaar tot dezelfde conclusies komen, vergroot dit de betrouwbaarheid van de resultaten.