ENGINEERINGNET.BE - Onlangs leverde de LHC voor het eerst sinds de herstart deze zomer een tijdlang loodkernen met de hoogste energie ooit: 5.4 TeV. De ALICE detector registreerde hoe de zware loodkernen in de detector botsten en lawines aan andere deeltjes produceerden.
Normaal wordt in de LHC aan het eind van het jaar een paar weken lood in de versneller rondgejaagd, vooral voor het ALICE-experiment dat de quark-gluonplasma’s bestudeert die daarbij ontstaan. Zo’n plasma kan kort na de oerknal ook in het jonge universum hebben bestaan.
Ditmaal was de injectie met lood van korte duur en vooral bedoeld om de versneller zelf te testen, en de detector. De LHC versnelt doorgaans protonen, voor de andere detectoren in de 27 kilometer groter ondergrondse ring. ATLAS, CMS en LHCb bestuderen meer individuele deeltjesprocessen, bijvoorbeeld om het higgsdeeltje beter te begrijpen.
De korte run nu is het gevolg van het besluit van CERN om de versneller de komende tijd korter aan te zetten, om zo 15 tot 20 procent stroom te besparen.
Niettemin is het ALICE-experiment tevreden met de waarnemingen, zegt Marco van Leeuwen, binnenkort woordvoerder van het experiment en verbonden aan Nikhef. “Door nu weinig te doen kan volgend jaar meer en winnen we per saldo zelfs wat.”
ALICE is de afgelopen jaren ingrijpend verbouwd en verbeterd voor de toekomstige intensere bundels in de LHC. Onder meer de binnenste pixel-sensoren voor ALICE werden bij Nikhef ontwikkeld en deels gebouwd.