ENGINEERINGNET.BE - Het Tourpeloton heeft al twee derde van zijn opdracht volbracht, maar de laatste week richting Parijs kondigt zich nog als zeer lastig aan. Zo wachten nog onder meer de koninginnenrit met meer dan 5.000 hoogtemeters en een laatste beproeving in de Vogezen.
De juiste begeleiding is dan ook van groot belang om de conditie en gezondheid van de wielrenners op peil te houden. Die begeleiding verloopt bij het Belgische team Soudal Quick-Step in nauwe samenwerking met KU Leuven.
De onderzoeksgroep inspanningsfysiologie test alle renners individueel, zowel bij de start en aankomst van de Tour als tijdens de rustdagen. Op die momenten worden er bloed- en urinestalen afgenomen, en analyseren ze het herstel en de slaapkwaliteit aan de hand van een ring die de renners voor en na de rit dragen.
De renners vullen ook een vragenlijst in over hoe fit en uitgerust ze zich voelen om hun persoonlijke ervaring te vergelijken met de objectieve data uit de stalen.
Doctoraatsonderzoeker Ruben Robberechts “De bloed- en urinestalen gebruiken we om een eiwitprofiel te kunnen opstellen van elke individuele renner. Welk effect heeft de aaneenschakeling van drie weken zware inspanningen op het metabolisme van de renner? Welke eiwitschommelingen treden er op en hoe beïnvloeden die de prestaties, het herstel en de slaap? Dat zijn belangrijke parameters om gedurende de hele Tour op topniveau te blijven.”
Bij te grote afwijkingen of onverwachte schommelingen bij een bepaalde renner, wordt de ploeg meteen op de hoogte gebracht zodat ze hier onmiddellijk op kunnen inspelen.
