ENGINEERINGNET.BE - Tegen de zomer van 2013 plannen de Duitse energieleverancier EWE en projectontwikkelaar ENOVA 30 offshore windturbines nabij Borkum, op de grens van Duitsland en Nederland.
De windturbines van dit park – Riffgat - worden letterlijk in de zeebodem verankerd dankzij 30 in België gebouwde fundatiestructuren van G&G International. Die worden tussen mei en juli 2012 uitgeleverd. Prijskaartje: 55 miljoen euro.
De fundatiestructuren bestaan enerzijds uit 70 meter lange en 650 ton zware stalen constructies (monopiles) om in de zeebodem te heien op een diepte van 18 tot 23 meter. Om de verbinding te maken tussen de fundering (de monopiles) en de toren, fabriceert G&G International ook 30 verbindingsstukken (transition pieces).
Die transition pieces zijn telkens 30 meter hoog en 250 ton zwaar. Het zijn complexe constructies met meerdere platformen en ruimtes voor onder meer bootlanding, elektrische en mechanische apparatuur en toegang tot de toren.
De constructies zijn duurzaam ontworpen en afgewerkt om minstens 23 jaar dienst te doen in de extreem belastende en corrosieve omgeving van de Noordzee. Ze worden via spectaculaire transporten in 1 stuk geleverd in Vlissingen in de periode mei-juli 2012.
Voor G&G gaat het om de grootste bestelling die het engineering- en constructiebedrijf ooit binnenkreeg.
Het project is volgens CEO Patrick van Melis goed voor minstens 25 bijkomende arbeidsplaatsen en het bedrijf ambieert verdere groei.
