• 04/02/2013
  • |     BB

Te weinig enthousiasme bij ambtenaars voor PPS-projecten

Onze politici mogen dan al overborrelen van enthousiasme over PPS-projecten, in de praktijk loopt er (te) veel scheef. Verslag van een debat aan het Universitair Expertisecentrum voor PPS.

Trefwoorden: #PPS, #Publiek-Private Samenwerking

Lees verder

HR

( Foto: Grontmij, prof. dr. Elvira Haezendonck )

ENGINEERINGNET.BE -- De Leerstoel in PPS aan de Vrije Universiteit Brussel bracht onlangs een aantal experten samen rond de vraag: "Is de capaciteit van de publieke partner in PPS-projecten adequaat en wat kan, indien noodzakelijk, hieraan verbeterd worden?"

Het debat leverde alvast enkele interessante inzichten op. Zo blijkt bijvoorbeeld dat, al is een bepaald project goedgekeurd, ruim 10% van de gebudgetteerde investeringen nooit tot uitvoering komt. Dat zou onder meer te wijten zijn aan een inefficiëntie van Vlaamse besturen om de contracten rond te krijgen binnen de budgetperiode.

Over één punt bleken alle deelnemers het roerend eens: één van de oorzaken is dat er aan de publieke zijde van projecten met Publiek-Private Samenwerking - de overheid dus - een dreigend gebrek bestaat aan gespecialiseerde PPS-kennis. 'Het mag dan al niet de uitverkoren specialiteit zijn van het overheidspersoneel, we moeten er wat aan doen', was de teneur.

Steeds minder experten
Tijdens het debat beaamde bijvoorbeeld Secretaris-Generaal Van der Borght van het Department Financiën en Begroting van de Vlaamse Gemeenschap dat de publieke besturen over minder en minder specialisten beschikken die beslagen zijn in PPS. Meer nog: er is een 'compartimentisering' aan de gang, die leidt tot te weinig kennisopbouw. PPS-contractbeheer en -projectmanagement is complex en 'behoort niet tot de meest favoriete taken van overheidspersoneel'.

Verontrustend: geen opbouw van expertise
"Er is behoorlijk wat intrinsiek menselijk kapitaal en kennis aanwezig, maar teveel 'in the cloud', de structuur om expertise met complexe projecten op te bouwen ontbreekt, en dat verontrust ons", aldus Y. Verbakel, Afdelingshoofd bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Gemeenschap. Naar zijn mening is er dringend nood aan meer accountability, meer ownership (ook politiek ownership) en echte jobtevredenheid.

Het coachen van high potentials – 'want er is wel degelijk kwaliteit' -, de nodige kennisoverdracht en het samenbrengen van de competenties moeten hoogdringend aangepakt worden, zo stelt hij: "Bovendien moet de interesse bij jonge mensen met de juiste competenties aangewakkerd worden om een projectmanagementfunctie op te nemen bij de Vlaamse administratie. Nu is er de terechte vrees dat kennis en ervaring in PPS uit de overheid wegstroomt."

En ook: "Private partners willen werken met een stabiele tegenpartij, vooral omdat PPS-projecten langlopend zijn. Dus moet aan overheidszijde continuïteit gegarandeerd blijven."

Voorstellen tot beterschap
Voorstellen tot verbetering zouden volgens Professor Leus (VUB) onder meer kunnen bestaan uit het aanpassen van de rechtspositieregeling van ambtenaren. Dat zou tot een grotere gelijkschakeling leiden en de mobiliteit bevorderen.

Hij stelt de denkpiste voor om PPS-ambtenaars naar Nederlands voorbeeld, mobieler te maken. In Nederland kunnen ambtenaars tijdelijk bij een private partner werken, om nadien mét ervaring en erkenning terug te keren naar de overheid. "Dat zou ook bij ons de mobiliteit tussen publieke en private sector bevorderen."

Ook het 'poolen' of delen van kennis om theoretische en praktische knowhow binnen een PPS-cel te verenigen, kan volgens de panelleden bijdragen tot een beter management van PPS-projecten: "De technieken van de Copernicus-hervorming ging mogelijk op dit punt niet ver genoeg en heeft in dat opzicht (mobiliteit publieke-private sector) enigszins gefaald."

"Enkel beter bestuurlijk beleid is onvoldoende voor deze problematiek. Cultuur verander je niet met enkel een wijziging in structuur. Wanneer verzelfstandiging leidt tot entiteiten met onvoldoende kritische massa is er versnippering van kennis. Dit vormt een handicap in het licht van competentieopbouw."

Vaardigheden en motivatie aanscherpen
Groepsmanager Decrem van de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV lichtte toe hoe zijn organisatie PPS-capaciteit opbouwt op basis van bestaande ervaring: "Omdat PMV zowel een publieke als een private rol vervult in meerdere PPS-projecten, hanteert zij een ruimer perspectief op de problemen. Om onze medewerkers te motiveren, biedt wij hen een mix aan van taken en projecten. Op die manier ziet het team immers sneller concrete resultaten."

"Ook de stabiliteit van het team en het uitwisselen van kennis is erg belangrijk. Daarbij gaat vooral aandacht naar het delen van beproefde concepten, projectmanagement en onderhandelingsvaardigheden, die kunnen leiden tot de cruciale value for money."


ACHTERGROND
De Vrije Universiteit Brussel, Deloitte, Grontmij en Laga hebben in 2010 samen het Universitair Expertisecentrum voor PPS – de 'VUB Chair in PPP' - opgericht waar nationale en internationale experts elkaar ontmoeten en onderzoek verricht wordt naar het potentieel en de succesvolle realisatie van Publiek-Private Samenwerkingsprojecten. Titularis van de leerstoel is prof. dr. Elvira Haezendonck (VUB) van de faculteit Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen & Solvay Business School.