• 24/06/2013

Zeg niet 'voedingsbedrijf' maar 'Food Factory of the Future'

Het bestaande 'Made Different'-plan voor de maakindustrie staat model voor het nieuwe F3-project om Vlaamse voedingsproducenten om te bouwen tot heuse 'Food Factories of the Future'.

Trefwoorden: #Agoria, #Factory of the future, #flanders' food, #Sirris, #voedingsbedrijf

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE -- Fevia schreeft het Witboek, Agoria, Sirris en Flanders' Food implementeren. Flanders’ FOOD, Agoria en Sirris werken momenteel samen aan een traject om de Vlaamse voedingsindustrie te transformeren naar 'Food Factories of the Future'.

Daarvoor wordt het bestaande plan voor de maakindustrie en de machinebouwers – uitgewerkt in het kader van het Nieuw Industrieel Beleid van minister-president Kris Peeters – als leidraad genomen.

Agoria en Sirris lanceerden vroeger namelijk al dit 'Made Different'-initiatief, waarmee ze voor de eerste maal de maakindustrie een stappenplan aanreikten om zich om te vormen tot fabrieken van de toekomst.

Dat willen dezelfde spelers, in dit geval samen met de competentiepool Flanders' Food, nu ook waarmaken voor voedingsproducenten. Sectorfederatie Fevia Vlaanderen schreef er speciaal een Witboek voor.

Smart & Digital
De grote lijnen van beide strategische plannen zijn niet zo verschillend. Ook voor de voeding gaat het om de omvorming van het productieapparaat naar World Class Production, de ontwikkeling van Digital Factories en het slim en wendbaar maken van het productiesysteem, ook wel Smart Production genoemd.

Maar er zijn uiteraard sectorale verschillen, bijvoorbeeld qua economisch belang: gemeten naar toegevoegde waarde bekleedt de Vlaamse machinebouwindustrie 'slechts' de zevende plaats, voor de voeding is dat de tweede Naar werkgelegenheid is de voedingsmiddelenindustrie zelfs de grootste in Vlaanderen en de sector staat te boek als een van de sterkst groeiende industrietakken.

Inhoudelijk verschillend
Inhoudelijk gaat de vergelijking evenmin op: World Class Production heeft in de voeding te maken met andere types van technologieën dan in de maakindustrie of de machinebouw. Zo richt het F3-project zich bijvoorbeeld op milde conservering (minimale wijzigingen van het voedingsproduct), oppervlaktedecontaminatie en reductie van postcontaminatie, bijvoorbeeld bij het versnijden.

Parallellen zijn er dan weer wel te trekken op het vlak van de Digital Factory en Smart Production. Zowel de voeding als de maaksector hebben af te rekenen met een schaarste aan technisch geschoold personeel, hoge loonkosten en een toenemende complexiteit van de productie die zowel fabrikanten als producenten quasi verplicht om slim te automatiseren, willen ze concurrentieel blijven met het buitenland.

Productiesystemen kunnen en moeten inderdaad flexibeler en intelligenter worden. Maar dat credot geldt voor de hele industrie. In alle deelsectoren liggen er qua veiligheid, traceerbaarheid en online kwaliteitscontrole nog veel mogelijkheden open.

Precies daar kunnen Vlaamse ingenieurs het verschil maken: bijvoorbeeld in de voeding is er nog veel ruimte voor automatisering, iets waarin de maakindustrie – denk maar aan de automotive – al veel verder staat. Maar dat geldt ook, en zelfs méér nog, voor de agrarische en bio-industrie.

De goede raad eind vorig jaar van ABN Amro aan het adres van de Nederlandse integratoren om voor de agro te gaan automatiseren, spreekt in dat verband boekdelen. Van elkaar leren, is dus de boodschap. Of, in politiek getinte terminologie: clusteren.

Onder meer de Nederlanders en de Duitsers deden dat ons voor, en mét succes. En niet te vergeten: in Vlaanderen timmeren intussen al enkele Limburgse bedrijven enthousiast verder aan hun interpretatie van open innovatie. Ze hebben er een eigen cluster voor opgericht: 'Bike Valley'.

In concreto
Concreet zal het F3-project in 60 bedrijven technologiescans uitvoeren, voor 50 bedrijven experimenten uitvoeren & technologisch advies verlenen, en voor 20 bedrijven transformatieplannen opstellen.

Het is de bedoeling dat 10 bedrijven tijdens of kort na afloop van het project nieuwe technologie incorporeren. Deze succesverhalen moeten dan inspirerend werken voor de verdere transformatie van de voedingssector. Voor wie al meteen dolenthousiast aan de slag wil: het kick-off event is eerst op woensdag 5 juni 2013 gepland.


Bert Belmans is hoofdredacteur van zowel het online als het print Engineeringnet-platform. Hij modeleert de informatiekanalen van Engineeringnet om Belgische engineers ideeën aan te reiken over het 'toevoegen van waarde door engineering, techniek en onderzoek & ontwikkeling'. Zijn dada is het motiveren van jongeren om te kiezen voor een STEM-studierichting.