ENGINEERINGNET - Anderhalf jaar geleden ging in vier Europese landen het More4Core-project, wat staat voor 'Maintenance, Repair and Overhaul for Competitive Regions in North-West Europe', van start.
Dit project zal een weerslag hebben op niet minder dan 7.000 bedrijven, meer dan 500.000 jobs en investeringsgoederen ter waarde van bijna 60 miljoen euro. Het is de allereerste maal dat de onderhoudsthematiek op dergelijke schaal onderzocht wordt.
Wat More4Core – afgekort 'M4C' - beoogt, is de industrie (zowel de 'asset owners' als de leveranciers), de beleidsmakers en de onderzoeksinstellingen in Europa bij elkaar te brengen voor overleg rond thema's zoals innovatie, werknemermobiliteit en marktintegratie op het vlak van onderhoud.
Dat is een primeur: nooit werd in Europa een studie met een dergelijke omvang uitgevoerd, althans niet op het vlak van maintenance en asset management.
Dat het überhaupt gebeurt, is een opsteker: het wijst niet alleen op een groeiende professionalisering van de onderhoudssector - ondanks alles nog steeds een sterk ondergewaardeerd beroep - maar het bevestigt ook de rol van maintenance als creator van jobs en conservator van economisch waardevolle assets.
Bovendien is nu al duidelijk dat onderhoud de komende jaren een steeds belangrijker rol zal spelen in bijvoorbeeld de (petro)chemische industrie.
In een eerste fase voert M4C een studie uit in vier landen: België, Nederland, Duitsland en Frankrijk. In elk land wordt momenteel een 100-tal bedrijven gebenchmarkt.
Elk land zal uitpakken met een eigen economische impactstudie, en daarnaast komt er ook een overkoepelend Noord-West Europees rapport waarin de gelijkenissen en verschillen tussen de landen aan bod komen.
Wim Vancauwenberghe, directeur van de Belgian Maintenance Association die voor België deelneemt: "Eigenlijk gaat het om twee niveaus die we willen meten. We kijken eerst naar de individuele landen en extrapoleren dat op macroniveau naar de Europese markt."
"Allereerst willen we weten wat de huidige staat van de assets in de West-Europese landen is. Hoe groot is de kennis over professioneel asset management en hoeveel geeft men gemiddeld uit aan onderhoud? Als die cijfers bekend zijn, kun je ook het verbeterpotentieel aanduiden en daarmee concrete routes uitstippelen voor bijvoorbeeld innovatietrajecten of arbeidsmobiliteitprojecten. Op microniveau zou je dan weer kunnen kijken naar benchmarks of het delen van best practices".
De bedoeling is daarnaast ook een oplossing aan te dragen voor het transparantiegebrek omtrent de competenties van het onderhoudspersoneel.
Dat is niet onbelangrijk, gezien de steeds grote mobiliteit van arbeidskrachten binnen Europa. Er wordt naar verluidt gedacht aan een 'European Maintenance Skill Passport', een soort portfolio dat misbruiken tegengaat en dat informatie bevat over iemands verworven en gevalideerde competenties in het vakgebied van onderhoud.
ACHTERGROND
De partners in het project:
- Brabantse OntwikkelingsMaatschappij (BOM) (NL)
- Dutch Institute World Class Maintenance (NL)
- Maintenance Education Consortium (NL)
- Belgian Maintenance Association (BEMAS) (BE)
- Voka: Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland vzw (BE)
- European Federation of National Maintenance Societies vzw (EFNMS) (BE)
- WVIS Verband für Wirtschaft eV Service Industry (DE)
- Association française des ingénieurs responsables de maintenance - AFIM (FR)
