Meer dan de helft van de kinderen is bang in het verkeer

80% van de kinderen tussen 6 en 14 jaar vindt het verkeer gevaarlijk, bijna de helft is “bang tot zeer bang” in het verkeer. Dat wees een onderzoek van de UHasselt uit.

Trefwoorden: #kinderen verkeersveiligheid, #UHasselt, #verkeer, #verkeersveiligheid, #verkeersveiligheid onderzoek

Lees verder

Nieuws

( Foto: Wikipedia )

ENGINEERINGNET.BE – UHasselt-onderzoeksinstituut IMOB en vtm namen tussen november 2014 en januari 2015 een online enquête af bij 5.510 kinderen en 13.482 ouders.

Er werd gepeild naar gedrag in het verkeer maar ook ervaringen rond verkeersveiligheid en de bespreekbaarheid daarvan thuis en op school kwamen aan bod.

De resultaten zijn verontrustend. 80% van de kinderen tussen 6 en 14 jaar vindt het verkeer gevaarlijk, bijna de helft is “bang tot zeer bang” in het verkeer. Vooral de snelheid (82%) en drukte (77%) van het verkeer vormen volgens de kinderen een probleem.

Bijna de helft van de kinderen (46%) zegt “bang tot heel bang” te zijn om gewond te raken. Meisjes (49%) zijn ‘banger’ dan jongens (42%). De ongerustheid wordt overigens gedeeld door de ouders (83%).

Wat kwamen we nog te weten? De meeste kinderen gaan met de fiets en de auto naar school gaan. Ze gaan amper te voet of met het openbaar vervoer. Indien ze met de fiets of te voet gaan, wordt slechts de helft begeleid door een ouder. Opvallend, gezien de meeste ouders aangeven ongerust te zijn.

Een overgrote meerderheid van de kinderen gespt de veiligheidsgordel om in de auto. Het gebruik van de fietshelm (61% meestal tot altijd) en een fluovestje (70% meestal tot altijd) ligt dan weer een stuk lager. 72% van de kinderen geeft aan zich veiliger te voelen met een fietshelm, maar het dragen ervan neemt sterk af met de leeftijd.

“Bij de 5- tot 9-jarigen draagt 76% meestal tot altijd de fietshelm, terwijl dit bij de 10- tot 14-jarigen nog maar 54% is. Kinderen geven daarbij ook aan dat hun ouders het dragen van de helm en fluovestje minder belangrijk vinden naargelang ze ouder worden,” zegt Prof. Tom Brijs (IMOB)

Bijna in elk gezin en ook op school is er aandacht voor verkeersopvoeding. “Opvallend genoeg is het vooral de mama (39%) en de juf/meester (41%) van wie kinderen ‘verkeersopvoeding’ krijgen. De papa wordt in dat verband slechts in 17% van de gevallen aangeduid als belangrijkste persoon”, aldus Prof. Brijs.

Maar zowel ouders (79%) als kinderen (69%) vinden dat er op school nóg meer aandacht mag zijn voor verkeersveiligheid. “Zes op tien kinderen vinden overigens dat de politie gerust wat strenger mag optreden in het verkeer, al neemt de steun voor striktere handhaving af met de leeftijd.”

Tenslotte vinden kinderen dat hun ouders doorgaans het goede voorbeeld geven als het om verkeersveiligheid gaat, onder meer door zelf de gordel te dragen en zich aan de regels te houden, zo leren de resultaten. Maar er zijn twee uitzonderingen: 16% van de kinderen vindt dat mama en papa regelmatig te snel rijden.

De helft zegt dat ouders “minstens af en toe” bellen achter het stuur.