Mismatch van 2.500 vacatures en 2.700 werkzoekende ingenieurs

Wat loopt er mis op de technische arbeidsmarkt in Vlaanderen? Een goede vraag, want er blijken tegelijkertijd ongeveer 2.500 openstaande vacatures én 2.700 werkzoekende ingenieurs te zijn.

Trefwoorden: #Fons Leroy, #ingenieursbarameter, #ingienieur, #vacatures, #VDAB, #vraag en aanbod

Lees verder

HR

( Foto: VDAB )

ENGINEERINGNET.BE - Dat blijkt alvast uit de enquête die USG Engineering hield in het kader van zijn Ingenieursbarometer.

Volgens Fons Leroy, Gedelegeerd Bestuurder van de VDAB, is het gebrek aan belangstelling voor technische richtingen 'wellicht de meest fundamentele oorzaak voor het feit dat veel organisaties de openstaande vacatures voor ingenieurs moeilijk ingevuld krijgen'.

De diverse initiatieven die de jongste jaren het levenslicht zagen om de STEM-richtingen te promoten, kunnen op zijn steun rekenen, 'maar dat is allemaal nogal versnipperd'.

Leroy: «Voorts denk ik dat niemand me hier zal tegenspreken als ik zeg dat zelfs technisch heel goed opgeleide mensen niet altijd kaas hebben gegeten van wat er in de bedrijfswereld precies gebeurt.

Ik denk dat we daarom ook in het hoger onderwijs sterker moeten inzetten op werkplekleren, zoals dat nu al gebeurt in het secundair onderwijs.

Studenten moeten meer van de praktijk kunnen proeven en dat kunnen combineren met hun studie. Dat kan de muren die er bestaan tussen onderwijs en bedrijfswereld slopen.»

André Van Damme, Departementshoofd Technologie bij Umicore en zelf ingenieur, relativeert vanuit zijn persoonlijke ervaring: «Ik denk dat we jonge ingenieurs die juist van de schoolbanken komen ook niet met alle zonden van Israël moeten overladen als we zeggen dat ze het bedrijfsleven onvoldoende kennen.

Toen ik als ingenieur begon kreeg ik nog de kans om als het ware aan de hand van een ervaren ingenieur mee te lopen. Dat was een soort duobaan. Daar werd toen nog tijd voor genomen en budgettair was daar ruimte voor.

Nu kan dat eigenlijk niet meer omdat het allemaal zoveel kost en omdat alles altijd sneller moet gaan. Toch zouden we daar misschien de tijd moeten voor nemen, want een ingenieur die van school komt is voor mij te vergelijken met iemand die net zijn rijbewijs heeft behaald.

En die kan je toch ook niet meteen aan het stuur van een Formule 1-wagen zetten?»

Spanning tussen vraag en aanbod groeit
Feit is en blijft dat er een spanning bestaat tussen vraag en aanbod op de technisch-wetenschappelijke arbeidsmarkt. Dat blijkt duidelijk uit de cijfers van VDAB.

Uit de Ingenieursbarometer 2015: 'Wanneer we het aantal niet-werkende werkzoekende ingenieurs en het aantal openstaande vacatures vergelijken, zien we dat de vraag naar masters industriële wetenschappen dubbel zo groot is als het aanbod op de arbeidsmarkt.

Bij de masters ingenieurswetenschappen is de vraag even groot als het aanbod. Enkel bij de masters bio-ingenieurswetenschappen is er sprake van een overaanbod: hier is de vraag vijfmaal kleiner dan het aanbod. De intrede op de arbeidsmarkt verloopt het vlotst voor afgestudeerde masters Toegepaste wetenschappen (de vroegere burgerlijk ingenieurs).

Het restpercentage (aandeel werkzoekende schoolverlaters dat na 1 jaar als werkzoekende is ingeschreven) bij de masters toegepaste wetenschappen (restpercentage = 1,6%) ligt lager dan bij de masters industriële wetenschappen en technologie (restpercentage = 2,9%) en een stuk lager dan bij de masters biologische wetenschappen (restpercentage = 6%).

Het ligt ook een pak lager dan het gemiddelde restpercentage van alle afgestudeerde masters (restpercentage = 7,3%).

Leeftijd speelt rol
Bovendien blijkt leeftijd een rol te spelen in de mismatch. Zo stijgt het risico op langdurige werkloosheid (1 jaar of langer) stelselmatig met de leeftijd.

Terwijl 9% van de werkzoekende ingenieurs jonger dan 30 jaar langer dan 1 jaar werkzoekend is, is dit aandeel bij de werkzoekende dertigers gestegen tot 30%.

Bij de veertigers neemt het aandeel langdurig werkzoekenden nog verder toe tot 37% en bij de vijftigplussers wordt de kaap van 50% ruimschoots overschreden.


Eind december 2014 telde de VDAB 2.029 direct inzetbare nietwerkende werkzoekende (nwwz) ingenieurs, waarvan 283 met een diploma master bio-ingenieurswetenschappen (bio-ingenieur) of gelijkwaardig, 1.340 met een diploma master industriële wetenschappen (industrieel ingenieur) of gelijkwaardig en 406 met een diploma master ingenieurswetenschappen (burgerlijk ingenieur) of gelijkwaardig.