ENGINEERINGNET - Al 7 jaar lang houd ik een mini-enquête met 11 vragen onder mensen waarmee ik professioneel te maken heb. Geen wetenschappelijke studie, maar mijn manier om gevoel te krijgen of een verbetertraject enige kans van slagen heeft.
Na een paar honderd ingevulde vragenlijsten durf ik te stellen dat de score aardig voorspelt of ik te maken heb met een robuuste, gezonde, leuke, open, alerte, goed geleide organisatie die weinig vervelends overkomt.
Of juist met het tegenovergestelde: een organisatie die strompelt van incident naar incident, waar steeds verbeterprojecten worden geïnitieerd die nooit worden afgemaakt.
Een organisatie met diepe kloven tussen werkvloer, management, en directie, en waar problemen of gemaakte fouten worden ontkend, gebagatelliseerd, of verstopt. Kortom, om Karl Weick te parafraseren: een Low Reliability Organisation.
Terug naar de burgemeester. In 2006 zei hij: «Wij hebben onze burgers sterk gestimuleerd aangifte te doen bij de politie. Dat heeft geleid tot een explosie van meldingen.»
Niets over het feit dat er veel criminaliteit is, die vroeger blijkbaar niet door de autoriteiten was opgemerkt. In de jaren daarna kwam de burgervader o.a. met de volgende 'verklaringen': «er is een verschil tussen de cijfers en de beleving bij de burgers», «per inwoner heeft Eindhoven het laagste aantal politieagenten van alle grote steden», «we hebben vorig jaar een actie gehouden rond huiselijk geweld en dat heeft het aantal aangiften verdrievoudigd», en «we zitten hier in een drugsregio, en dat leidt tot veel geweldsmisdaden.» Je moet maar durven.
In het geval Chemelot, een groot chemiepark in Nederland, zien we gelijkaardig gedrag. Het aantal incidenten is verontrustend, lijkt toe te nemen. In een advertentie werd onlangs excuus aangeboden en begrip getoond voor omwonenden.
Er wordt op gewezen dat de communicatie met de omgeving zo verbeterd is (in een radio-interview stelt een directielid dat de onrust ook te maken heeft met perceptie. Er zijn minder incidenten dan vroeger, maar tegenwoordig wordt er over gecommuniceerd met de omgeving).
In de advertentie staat verder dat elk incident grondig geanalyseerd wordt. En dat veiligheid in onderhoud en op de werkvloer de hoogste prioriteit heeft. Prima, want stel je voor dat het anders zou zijn. Maar blijkbaar heeft het nog niet veel opgeleverd.
In kranten lezen we meer statements van de directie: «we denken niet aan sabotage, daarvoor zijn de incidenten te divers van aard», «er is geen sprake van gebrekkig onderhoud, we doen juist steeds meer aan preventief onderhoud», en: «er wordt bij ons niet opmerkelijk veel extern of onervaren personeel ingezet».
Als je dóórdenkt zijn dit toch wel opmerkelijk vreemde en verontrustende opmerkingen. Vooruit: nog een laatste citaat van een directielid: «Chemelot is een groot terrein, waar veel chemische fabrieken staan, en daar gebeurt nu eenmaal wel eens wat». Griezelig hoor.
De verantwoordelijken voor Chemelot hebben inmiddels besloten dat de problematiek hen boven het hoofd is gegroeid. Ze schakelen nu een externe deskundige in die de oorzaak van de ellende moet opsporen.
In het kader van openheid zullen wij wel van de resultaten op de hoogte worden gesteld. Ik ben benieuwd of dan ook het woord cultuur zal vallen. Als één van de generieke oorzaken.
Tot slot één van mijn 11 stellingen waarop met ja of neen kan worden geantwoord: «wij maken het onze mensen moeilijk om gemaakte fouten te verbergen».
Benieuwd naar mijn resultaten? 87% van de managers en directies scoort met een «ja» op deze vraag. Van hun mensen op de werkvloer scoort 71% met «neen». Begint het u al te dagen?
Eric Rensen van BraintainEr adviseert organisaties waarvoor techniek belangrijk is. Hij is gespecialiseerd in onderhouds-management, asset management en productiviteits-verhoging.