Tandimplantaat met intern reservoir vermindert infectiekans

Onderzoekers van de KU Leuven hebben een nieuw tandimplantaat ontworpen, dat uit poreus composietmateriaal bestaat en een ingebouwd reservoir onder de tandkroon bevat.

Trefwoorden: #biofilm, #infecties, #KU Leuven, #onderzoek, #tandarts, #tandimplantaat

Lees verder

research

ENGINEERINGNET.BE - Daardoor kunnen medicijnen gecontroleerd vrijgegeven worden en verkleint de kans op ontstekingen. Deze multidisciplinaire studie, onder leiding van dr. Karin Thevissen, dr. Kaat De Cremer en dr. Annabel Braem, is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift European Cells & Materials.

Een veel voorkomend euvel bij traditionele tandimplantaten zijn infecties. Omdat er zich in de mondholte veel micro-organismen bevinden, kan er snel een biofilm groeien op het implantaat.

Biofilms zijn gemeenschappen van bacteriële cellen en/of schimmelcellen die resistent zijn tegen antibiotica. Het innovatieve tandimplantaat moet op dat probleem een antwoord bieden.

Kaat De Cremer: “In het implantaat, een soort schroef die in het kaakbot wordt geplaatst, is een reservoir ingebouwd. Dat reservoir kan via een schroefopening onder de tandkroon gemakkelijk gevuld worden met antimicrobiële stoffen.”

“Door de poreuze structuur verspreiden de medicijnen zich geleidelijk naar de buitenkant van het implantaat, die in rechtstreeks contact staat met de beendercellen. Op die manier krijgen de bacteriën geen kans om een biofilm te vormen.”

In het lab is het implantaat aan verschillende tests onderworpen voor gebruik met chloorhexidine, een universeel mondspoelmiddel met krachtige antimicrobiële werking. Uit de studie blijkt dat de Streptococcus mutans, een mondbacterie die de tanden aantast, geen biofilms meer kan vormen op de buitenkant van het implantaat wanneer het reservoir gevuld is met het mondspoelmiddel.

Ook biofilms die vooraf op het implantaat gekweekt werden, konden op dezelfde manier bestreden worden. Het implantaat werkt dus zowel preventief als bestrijdend.


(bron en figuren: KU Leuven)

Dit onderzoek is een samenwerking tussen het Centrum voor Microbiële en Plantengenetica (CMPG), het Departement Materiaalkunde (MTM), de Onderzoeksgroep Biomaterialen (BIOMAT) en het Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse (COK), en werd gefinancierd door het Industrieel Onderzoeksfonds van de KU Leuven.