Wereldprimeur: oogrobot helpt bij behandeling verstopte netvliesader

In UZ Leuven werd voor het eerst een patiënt met een verstopte netvliesader geopereerd met behulp van een chirurgische robot en met een naald van amper dertig duizendste millimeter.

Trefwoorden: #KU Leuven, #netvlies, #oogrobot, #retinal vein occlusion, #robotchirurgie, #trombose, #UZ Leuven

Lees verder

research

( Foto: © KU Leuven )

ENGINEERINGNET.BE - Wereldwijd hebben 16,4 miljoen mensen een verstopte netvliesader door een trombose in het bloedvat. In België gaat het om ongeveer 25.000 patiënten.

Bij retinal vein occlusion (RVO) of een verstopte netvliesader is er sprake van een bloedklonter in een bloedvat van het netvlies.

Dat leidt tot slechter zicht of zelfs blindheid van het getroffen oog. Momenteel bestaat de behandeling uit maandelijkse inspuitingen in het oog die enkel de neveneffecten van de trombose verminderen. De klonter zelf wegnemen was tot voor kort niet mogelijk.

Onderzoekers van UZ Leuven en de KU Leuven bestuderen een totaal nieuwe manier om de oorzaak van de verstopte netvliesader aan te pakken en de klonter in het oogbloedvat te verwijderen: retinal vein cannulation (RVC).

Dat is een beloftevolle methode waarbij de oogchirurg een ultradunne naald in het bloedvat inbrengt en een geneesmiddel inspuit dat de klonter kan oplossen. Een huzarenwerkje, want een oogbloedvat is amper een tiende van een millimeter dik, ongeveer de dikte van een mensenhaar.

Geen enkele chirurg is in staat om met de hand veilig in zo’n bloedvat te prikken en de naald gedurende 10 minuten in het bloedvat te houden zonder te bewegen. Het gevaar om daarbij de ader of het netvlies te beschadigen is erg groot.

Onderzoekers van het Departement Werktuigkunde van de KU Leuven ontwikkelden daarom een robot waarmee de chirurg op een heel precieze en stabiele manier de naald in het bloedvat kan brengen, waarna de robot de naald kan stilhouden. In tegenstelling tot de meeste chirurgische robots, is er geen joystick nodig om het apparaat te bedienen.

De oogchirurg en de robot houden het instrument samen vast. De chirurg begeleidt de naald tot in het bloedvat terwijl de robot elke trilling van het instrument tegengaat en zo de precisie meer dan tien maal verhoogt. Na het vergrendelen van de robot worden de naald en het oog automatisch gestabiliseerd.

De chirurg kan dan gecontroleerd het product in het bloedvat injecteren. De onderzoekers vonden ook een manier om een ultradunne injectienaald te maken: de naaldpunt heeft een dikte van amper dertig duizendste van een millimeter, drie maal dunner dan een mensenhaar.

De robot is het resultaat van zeven jaar onderzoek en een samenwerking tussen ingenieurs van de KU Leuven en oogartsen van UZ Leuven. De huidige fase 1-studie moet aantonen dat het technisch haalbaar is om met een robot een netvliesader aan te prikken en het product ocriplasmine in te spuiten om de klonter op te lossen.

Op 12 januari 2017 werd de ingreep voor de eerste keer succesvol bij een patiënt van UZ Leuven gedaan. De patiënt stelt het goed en kan nu beginnen aan een revalidatie van het oog.

In een volgende fase 2-studie zullen artsen de klinische effecten van de ingreep onderzoeken.