Wageningen UR zoekt alternatieven voor dierproeven in voedingsonderzoek

In voedingsonderzoek zijn steeds minder dierproeven nodig. Dat komt door de ontwikkeling van alternatieve methoden en slim gebruik van kennis door Wageningse onderzoekers.

Trefwoorden: #dierproeven, #digitaal proefdier, #organ on a chip, #RIKILT, #voedingsonderzoek, #Wageningen UR

Lees verder

research

ENGINEERINGNET.NL - Wageningen heeft daardoor inmiddels 80% van de standaard dierproeven kunnen vervangen door een dierproefvrij alternatief. De ambitie is om proefdiergebruik voor onderzoek naar veilige en gezonde voeding voor de mens tot het verleden te laten behoren.

De dierproeven zijn nu vaak nog nodig ­(soms ook verplicht) om de veiligheid, gezondheid en verteerbaarheid van bestanddelen van voeding te bepalen. Bijvoorbeeld om te testen of mosselen bestemd voor consumptie stofjes bevatten waar mensen ziek van kunnen worden en die worden veroorzaakt door algen.

Of om te kijken of mensen allergische reacties op bepaalde eiwitten in voeding kunnen ontwikkelen. De dieren zijn te vergelijken met de kanarie in de mijn, die waarschuwt voor situaties die voor de mens gevaarlijk zijn. Vooral voor veiligheidsonderzoeken is het gebruik van proefdieren nog wettelijk verplicht.

Een dierproef uitvoeren mag alleen als er geen alternatieven voor zijn of de proef wettelijk verplicht is. Ook is toestemming nodig van de Dierexperimentencommissie. In voedingsonderzoek naar veiligheid worden vooral ratten en muizen gebruikt. Bij diervoederonderzoek worden vaker landbouwhuisdieren ingezet.

Dierproeven hebben verschillende nadelen. Ze kunnen dierenleed veroorzaken en zijn relatief duur. Daarnaast moet je, als je het effect van een stof op mensen wilt weten, een vertaalslag maken van dier naar mens.

Wagenings onderzoek laat zien dat dierexperimenten vaak vermeden kunnen worden. Het testen van veiligheid en gezondheid van voedsel wordt daarmee diervriendelijker, goedkoper en geeft specifiekere informatie over effecten bij mensen.

De Nederlandse overheid streeft naar proefdiervrij onderzoek en wil dat Nederland in 2025 wereldleider proefdiervrije innovatie is. Het proefdiergebruik voor wettelijk verplichte veiligheidstesten voor chemische stoffen, voedselingrediënten, bestrijdingsmiddelen en (dier)geneesmiddelen, kan met behoud van het huidige veiligheidsniveau, voor 2025 stap voor stap worden afgebouwd en verdwijnen.

Om dit te kunnen realiseren is nog veel onderzoek nodig, vooral naar de effecten die nu nog moeilijk met alternatieven te meten zijn, zoals toxiciteit van stoffen tijdens de zwangerschap.

Wageningen zet zich in om die ambitie waar te maken door te werken aan het vervangen, verminderen en verfijnen van dierproeven.


(bron en foto: Wageningen UR)

Dit zijn voorbeelden van alternatieven voor dierproeven:
Proefdiervrije test voor mosselen: Rikilt ontwikkelde een chemische test waarmee deze stof is op te sporen en de Europese standaard is geworden.

Digitaal proefdier: een computermodel kan uitrekenen en voorspellen wat er in het menselijk lichaam met een stof gebeurt, waar deze zich ophoopt en wat het verloop is van de concentratie van deze stof in het bloed of een orgaan is.

Orgaan op chip: ook in gekweekte cellen en kunstmatige weefsels kun je de vertering van voedingsmiddelen en -stoffen nabootsen.