Vroeg detecteren boezemfibrilleren met technologie uit CardioLab TU Delft

Afstudeerder Leonard Moonen ontwierp een armband voor de bovenarm die boezemfibrilleren met een speciale sensor kan detecteren zonder dat de patiënt hier veel hinder van ondervindt.

Trefwoorden: #Afi, #boezemfibrilleren, #CardioLab, #Leonard Moonen, #sensor, #technologie, #TU Delft

Lees verder

Techniek

( Foto: TU Delft )

ENGINEERINGNET.NL - De TU Delft startte onlangs het CardioLab, een samenwerking met de Hartstichting en Philips Design. Hier wordt met slimme technologie data gebruikt om hart- en vaatziekten vroegtijdig op te sporen en zo patiënten in de toekomst beter te behandelen.

Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak. Wat betreft zorg en preventie van hart- en vaatziekten valt nog veel te winnen. Zo kan het langduriger monitoren van hartpatiënten helpen om de nadelige gevolgen van deze ziekte te beperken.

Het CardioLab heeft al de eerste concrete resultaten opgeleverd. Afstudeerder Leonard Moonen heeft een armband voor de bovenarm ontworpen die boezemfibrilleren met een speciale sensor kan detecteren zonder dat de patiënt hier veel hinder van ondervindt. De armband heet Afi.

Dit is wenselijk omdat de fibrillaties in de vroege stadia van deze aandoening nog zeldzaam zijn. Op dit moment worden (mogelijke) patiënten maar 24 tot 48 uur gemonitord. Dit kan te kort zijn om problemen op te sporen.

Om dit probleem aan te pakken, heeft Moonen een toepassing ontwikkeld die boezemfibrillaties kan detecteren via een sensor op de bovenarm. Dit apparaat kan langere tijd metingen uitvoeren, wat de kans vergroot om iets abnormaals vast te stellen.

In het CardioLab willen de drie deelnemende partijen meer van dit soort apparaten gaan gebruiken om data te genereren. Het idee om een researchprogramma op te zetten met Philips Design en de Hartstichting ontstond twee jaar geleden. Afi is een concreet voorbeeld van de slimme product-dienst combinaties die het CardioLab de komende jaren wil ontwikkelen.

Doel is om een steeds vollediger beeld te krijgen van de verschillende factoren die een rol spelen bij een hartinfarct. Door grote groepen mensen op deze manier te volgen, kunnen onderzoekers onzichtbare indicatoren voor hart- en vaatziekten aan het licht brengen.

Binnen het laboratorium gebruiken ze niet alleen data van bloeddruk en hartritme. Zo wordt er ook gebruik gemaakt van slimme sensoren die het gedrag van het individu observeren. Daarmee kan gerichter advies worden gegeven wanneer iemand een hoog risico loopt op bijvoorbeeld een hartinfarct.

Bij welk inspanning stijgt de bloeddruk tot gevaarlijke hoogte? Is het stress- of inspannings gerelateerd en hoe hangen die factoren samen? Door mensen meer op maat te observeren, kan worden geanalyseerd hoe het lichaam op bepaalde situaties reageert en of dat risico’s voor hart- en vaatziekten oplevert.