ENGINEERINGNET.NL - Zes nieuwe Perspectiefprogramma’s krijgen groen licht van het NWO. Hierin worden wetenschappers uitgedaagd om samen te werken met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Het gaat om multidisciplinair onderzoek dat gericht is op praktische toepassing.
Het NWO stelt 21 miljoen euro beschikbaar. Betrokken bedrijven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen steken hier nog eens 11 miljoen euro in. Met het totale budget van 32 miljoen euro kunnen 74 promovendi en 25 postdocs de komende vijf tot zes jaar aan de slag.
‘In de afgelopen tien jaar heeft het Perspectiefprogramma een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt,’ zegt Perspectiefcoördinator Lise de Jonge. ‘De onderzoeksconsortia zijn steeds breder geworden: inmiddels is de hele keten betrokken die nodig is om het onderzoek tot toepassing te brengen - van technologieproducent tot eindgebruiker.’
Bovendien sluit het Perspectiefprogramma aan op vragen vanuit overheid en maatschappij zoals die zijn geformuleerd binnen de topsectoren en de nieuwe sleuteltechnologieën van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ook beantwoorden de programma’s vragen van de Nationale Wetenschapsagenda van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Gehonoreerde onderzoeksprogramma's zijn onder meer:
Binnen AiM2XL kijken onderzoekers naar geprinte metalen voorwerpen van tussen de 1 en 10 meter groot. Ze bestuderen de eigenschappen van het geprinte materiaal tot op microniveau, en maken modellen waarmee ze het gedrag van het totale object kunnen voorspellen en controleren. Daarna laten de onderzoekers deze modellen los op geprinte voorbeeldobjecten, zoals een sterk stalen hijsoog voor dikke stalen kabels en een scheepsroer van roestvrij staal. Programmaleider: Prof.dr. I.M. Richardson (Technische Universiteit Delft)
Met 3D-printtechnologie kun je op locatie op maat gemaakte driedimensionale onderdelen printen. Maar welke eigenschappen krijgen grote metalen objecten zoals scheepsschroeven als je ze print? Hoe zorg je ervoor dat zo’n uit laagjes opgebouwd voorwerp niet vervormt, scheurt of op onverwachte plekken gaat roesten?
Deelnemers: Air Liquide, Allseas, Autodesk, Damen, DEMCON, Element Materials Technology, Fokker Technologies, Heerema Fabrication Group, Huisman, Jungle, Lincoln Electric, Lloyd’s Register EMEA, M2i, MX3D, OCAS, RAMLAB, Rijksuniversiteit Groningen, Shell, TU Delft, TU Eindhoven, Trumpf Nederland, Universiteit Twente, Valk Welding, VandeGrijp International Gear Suppliers.
Steeds meer alledaagse gebruiksvoorwerpen bevatten chips om met de buitenwereld te kunnen communiceren. Dit zogenaamde Internet-of-Things stelt eisen aan computerchips: ze moeten steeds kleiner, goedkoper en meer transistoren bevatten. Om kostbare productiefouten te voorkomen, moet het productieproces nauwkeurig worden bewaakt.
Het onderzoeksconsortium LINX ontwikkelt daarvoor nieuwe meettechnieken om zonder hulp van lenzen structuren in beeld te brengen met afmetingen van een nanometer. LINX baseert de technieken op slimme rekenmethodes en zogeheten zachte röntgenstraling, ofwel straling met een golflengte tussen de 10 en 30 nanometer. Uiteindelijk willen de onderzoekers komen tot een systeem dat fouten tijdens het productieproces van chips kan opsporen en zeer kleine details zichtbaar maakt van structuren in andere toepassingen, zoals zonnecellen.
Programmaleider: Prof.dr. H.P. Urbach (Technische Universiteit Delft)
Deelnemers: AFS, ASML, Coherent, DEMCON / Focal, PANalytical, TU Delft, TU Eindhoven, TNO, Universiteit Twente, Universiteit Utrecht, Vrije Universiteit Amsterdam, VSL.
Een aantal industrieën, zoals de staalindustrie, produceert syngas - een mengsel van koolmonoxide, kooldioxide en waterstof. Dit syngas ontstaat ook als je biomassa vergast. Syngas kan dienen als grondstof voor de chemische industrie. De samenstelling van het syngas is echter vaak te wisselend om het direct via chemische processen te kunnen bewerken.
Het onderzoeksprogramma MicroSynC ontwikkelt methoden, processen en bioreactoren om syngas met behulp van micro-organismen om te zetten in nuttige chemische bouwstenen. De onderzoekers gaan op zoek naar geschikte zuurstofloze bacteriën, die ze vervolgens gebruiken om de gewenste producten in grote hoeveelheden onder niet-steriele omstandigheden te produceren. Tegelijkertijd onderzoeken de wetenschappers de maatschappelijke acceptatie van producten die op deze manier worden gemaakt.
Programmaleider: Prof.dr.ir. A.J.M Stams, Wageningen University & Research
Deelnemers: AkzoNobel, Bodec, CLIB2021, ECN, Flowid, ISPT, OxyMem, Paques, Torrgas, TU Delft, TU Eindhoven, VITO, Wageningen University & Research.
Mensen die door een spieraandoening zijn gekluisterd aan een rolstoel moeten weer zelfstandig en zonder krukken kunnen staan. Dit is het doel van het onderzoeksconsortium Wearable Robotics. Dit programma ontwikkelt zogeheten Exo-Aids: zachte, lichtgewicht technologie die comfortabel zit, gemakkelijk te bedienen en betaalbaar is, en soepele en veelzijdige bewegingen mogelijk maakt.
Het doel is om mensen met beschadigingen aan het ruggenmerg of verlies van spierkracht mobieler te maken. Daarnaast ontwikkelen de onderzoekers technologie die beroepsklachten als lage rugpijn moet voorkomen. Die klachten komen vaak voor bij mensen die zwaar moeten tillen of lang in een gebogen houding moeten staan.
Programmaleider: Prof.dr.ir. H. van der Kooij (Universiteit Twente)
Deelnemers: Baat Medical, Bond 3D, By-wire, DEMCON, Duchenne Parent Project, Dwarslaesie Organisatie Nederland, Festo, FSHD Patient Foundation, Hankamp Gears, Hocoma, IMSystems, Laevo, Landelijke Vereniging van Operatieassistenten, Motek, Oceanz, Opteq, Ottobock, Radboudumc, Roessingh Research and Development, Roessingh Revalidatie Techniek, TU Delft, Sint Maartenskliniek, Spieren voor Spieren, TU Eindhoven, TNO, Twente Medical Systems International, Ultimaker, Universiteit Twente, Vrije Universiteit Amsterdam, Xsens, Yumen Bionics.
Video: