Personeel aanwerven en behouden wordt grootste uitdaging in 2018

Uit een enquête van advocatenkantoor Claeys & Engels, waarin gepolst werd naar de HR-vooruitzichten, blijkt dat bedrijven er niet in slagen om alle vacatures ingevuld te krijgen.

Trefwoorden: #advocatenkantoor, #Claeys & Engels, #human resources, #jobs, #personeelsbeleid, #vacatures, #werkgelegenheid

Lees verder

HR

( Foto: Pixabay )

ENGINEERINGNET.BE - De bevraagde bedrijven beschouwen de rekrutering van nieuw personeel dan ook als de belangrijkste uitdaging voor 2018.

Deze gunstige conjunctuur verklaart wellicht de intentie van 33% van de respondenten om nieuwe werknemers een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden. Andere aanwervingsformules (contracten voor bepaalde tijd, outsourcing, zelfstandigen, ...) zijn minder succesvol onder werkgevers.

Om personeel aan te trekken en te behouden, beschikken bedrijven over verschillende instrumenten. Ze zijn nog niet helemaal vertrouwd met de zogenaamde “cafetariaplannen” (12% zegt er één te hebben), maar dat kan veranderen: 30% van de deelnemers overweegt immers om een dergelijk plan in te voeren.

Variabele verloning wordt meestal toegekend onder de vorm van een cash bonus (28%), een collectieve bonus (cao nr. 90, 23%) of warranten (19%). Zal de nieuwe winstpremie, die sinds 1 januari werd ingevoerd, een impact hebben op dit resultaat? Dit zal tegen volgend jaar moeten blijken.

De afgelopen maanden is de nieuwe wetgeving met betrekking tot de arbeidsorganisatie in voege getreden. Voor HR-managers maakt zij echter nog geen deel uit van de gangbare praktijk. Zo wordt het nieuwe systeem van glijdende uurroosters, dat door Minister van Werk Kris Peeters werd opgezet, slechts in 13% van de bevraagde bedrijven toegepast.

Ook geeft de grote meerderheid van de respondenten aan dat ze (nog) geen policy over occasioneel telewerk hebben ingevoerd in het kader van de Wet Werkbaar Wendbaar Werk. Een ander voorbeeld: de mogelijkheid om een re‑integratieprocedure op te starten na een periode van arbeidsongeschiktheid is nog niet goed gekend onder de meeste deelnemers, die wachten op een duidelijker beeld van deze nieuwe maatregel.

Tot slot geeft 19,8% van de respondenten aan dat zij al een of meerdere (formele of informele) klachten hebben ontvangen over discriminatie. De meeste van deze klachten zijn gebaseerd op discriminatie omwille van etnische afkomst (31%), gendervraagstukken (22%), godsdienst of overtuiging (20%).

De problemen rijzen voornamelijk tijdens de tewerkstellingsperiode van de werknemer (evaluatie, verloning, promotie, enz.) en minder vaak aan het einde van het contract, terwijl men zou kunnen verwachten dat deze gevoelige periode aanleiding geeft tot meer klachten.

In deze context, overweegt slechts een minderheid van de ondernemingen in 2018 tot een herstructurering over te gaan.