ENGINEERINGNET.BE - De omstandigheden in ontwikkelingslanden maken het vaak moeilijk om goede medische diagnoses te stellen. Daarom is er nood aan eenvoudige, maar accurate technologie om ter plaatse te gebruiken.
De onderzoeksgroep van professor Jeroen Lammertyn (Afdeling Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren) specialiseert zich in de ontwikkeling van technologie die specifieke moleculen opspoort in bloed, urine of voeding.
Op die manier is het mogelijk om in bloed te zoeken naar biomerkers van een bepaalde ziekte. Deze technologie, ook wel 'lab on a chip' genaamd, is geknipt om diagnoses te stellen in ontwikkelingslanden met beperkte medische voorzieningen.
Wereldwijd zijn er ongeveer 36 miljoen mensen besmet door het aids-virus hiv, waarvan bijna 70% in Sub-Sahara-Afrika. De nieuwe chip maakt het mogelijk te meten hoeveel hiv in iemands bloed zit.
“Ons ontwerp is eenvoudig en daarom ook goedkoop om te maken”, zegt Lammertyn. “Het bestaat uit twee plastic plaatjes en daartussen zitten microkanaaltjes met de dikte van een menselijk haar.”
“In de chip vind je twee kamers. In een kamer is vloeistof aanwezig. Wanneer die begint te stromen, ontstaat er onderdruk in de tweede kamer. Daardoor wordt het bloedstaal in de chip gepompt. Er is dus geen energie voor nodig: een belangrijk voordeel in ontwikkelingslanden. Ons apparaat is te activeren met een eenvoudige vingerdruk en dus door iedereen hanteerbaar.”
De flexibele chip is als een soort sticker op de huid aan te brengen. Het is ook mogelijk om met de chip vloeistoffen te injecteren, bijvoorbeeld vaccinaties. Er is een brede waaier aan toepassingen denkbaar voor de chip.
Lammertyn: “Deze toestelletjes zijn je bijvoorbeeld te gebruiken om je cholesterol op regelmatige tijdstippen te meten. Op termijn is het ook mogelijk dat dokters controleren of een infectie viraal of bacterieel is. Zo weet die meteen of de patiënt antibiotica moet gebruiken."
Video: