GBM Works test vibro-drillen van monopiles

Bij deze geluidsarme en snellere methode worden de fundatiepalen, ofwel monopiles, voor windturbines door middel van trilelementen aan de onderkant van de paal in de zeebodem gebracht.

Trefwoorden: #Deltares, #fundatiepalen, #GBM Works, #geluid, #hameren, #Havenbedrijf Rotterdam, #Joris van Rossem, #monopile, #SIF, #trilelementen, #trillen, #TU Delft, #Van Oord, #vibro-drill-methode, #windturbines, #zeebodem

Lees verder

Techniek

( Foto: Port of Rotterdam )

ENGINEERINGNET.BE - In tegenstelling tot heien wordt de kracht dus niet van bovenaf in de paal gebracht, maar gebruikt men het gewicht van de paal zelf om deze te installeren.

GBM Works, een spin-off van de Nederlandse TU Delft, ontwikkelde de vibro-drill-methode, waarop een patent is aangevraagd. De eerste kleinschalige proeven vonden in 2017 op de Maasvlakte plaats. Dit is een interessante testlocatie omdat de zandbodem dezelfde is als de zeebodem.

Tijdens de daaropvolgende proeven werd steeds meer en steeds groter equipment ingezet. Eind 2018 trilde GBM Works een plaat van 16 ton de bodem in.

Joris van Rossem, Test and Logistics Engineer bij GBM Works: “Het hameren van een monopile maakt veel geluid, wat schadelijk is voor het ecosysteem. Onze methode is geluidsarm, waardoor we geen dure geluidswerende schermen om de monopile heen te hoeven te plaatsen."

"We krijgen de paal ook sneller de grond in dan met klassieke hamermethoden. Omdat de trillingselementen bij de installatie al op de pile bevestigd zitten kan er sneller gewerkt worden en zijn we minder afhankelijk van weersomstandigheden. Trillen aan de onderkant veroorzaakt bovendien minder schade door materiaalmoeheid. Hierdoor kunnen de monopiles in de toekomst wellicht lichter worden uitgevoerd.”

Door deze voordelen zijn naar verwachting miljoenen euro’s te besparen bij het aanbrengen van de fundatie voor windturbines, wat uiteindelijk weer leidt tot een lagere kostprijs voor windenergie.

Het bedrijf zal halverwege 2019 een vierde pilot uitvoeren, waarbij voor het eerst een echte, relatief kleine monopile de zeebodem wordt ingetrild. Er wordt momenteel gezocht naar een geschikte locatie.

Van Rossem: “We willen vier weken lang penetratietests uitvoeren, om de betrouwbaarheid en de snelheid van de methode verder te testen. Ook meten we het geluid, hoe stevig de palen staan en wat hun draagkracht is.


ACHTERGROND
GBM Works wil de vibro-drill-methode vanaf 2021 op de markt te brengen.

SIF, Van Oord, TU Delft, Deltares en Havenbedrijf Rotterdam zijn als industrie- en kennispartners aangehaakt om de verdere ontwikkeling van de vibro-drill-methode te faciliteren en pilots financieel te ondersteunen.