Volledig hernieuwbaar energiesysteem geen bedreiging voor welvaart

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht stellen dat zonne- en windenergie nu zo goedkoop is en zoveel potentieel heeft dat een moderne energie-intensieve samenleving economisch haalbaar is.

Trefwoorden: #CO2-neutraal, #elektra, #energie-intensief, #energiebron, #energietransitie, #fossiele brandstoffen, #infrastructuur, #synthetische koolwaterstoffen, #UUtrecht, #waterstof, #windenergie, #zonne-energie, #zware industrie

Lees verder

research

( Foto: elxeneize - 123RF )

ENGINEERINGNET.BE - Dat onze welvaart in het gedrang komt wanneer we afstappen van het gebruik van fossiele brandstoffen, is een veelgehoord argument tegen de energietransitie. Alternatieven voor fossiele brandstoffen zouden namelijk een lager rendement leveren, veel duurder zijn, of beide.

Een post-fossiele samenleving heeft dus onvermijdelijk een lager welvaartsniveau. Energiewetenschappers Eoin White en Gert Jan Kramer van de Universiteit Utrecht zetten zich af tegen deze school van denken.

Zonne- en windenergie zijn nu zo goedkoop en heeft zoveel potentieel dat een moderne energie-intensieve samenleving uiteindelijk mogelijk is, op basis van zonne- en windstroom en daaruit geproduceerde synthetische brandstoffen, aldus White en Kramer. "Bovendien: dat gaat ons niet meer kosten dan we al gewend zijn."

Kramer vervolgt: "Wanneer we de ruimte en infrastructuur beschikbaar maken, kan zon en wind zoveel elektra leveren als we nodig hebben. Ook zijn dit onuitputtelijke energiebronnen."

Criticasters stellen echter dat bijvoorbeeld zonnepanelen nu nog nauwelijks te recyclen zijn. Ook zijn voor dit soort hernieuwbare energiebronnen vaak schaarse metalen nodig, die onder meer in China worden gewonnen, onder omstandigheden die het milieu grote schade toebrengen.

Momenteel is slechts 20% van het eindgebruik van energie elektra. In de toekomst kan dat oplopen tot de helft. Voor de andere helft blijven brandstoffen nodig: waterstof of synthetische koolwaterstoffen. Alleen dan kunnen ook sectoren als de zware industrie, de lucht- en scheepvaart en het wegtransport CO2-neutraal opereren.

Maar, zo betoogden Kramer en andere energiewetenschappers eerder al, voor een succesvolle energietransitie is het niet raadzaam om alle kaarten in te zetten op hernieuwbare synthetische brandstoffen. ‘Dat is een ver perspectief’.

Een bruikbare maat voor het vergelijken van de nuttige opbrengst van energieproductieprocessen is de ‘energy return on investment’ (EROI), het rendement op de investering. ‘Oftewel: hoeveel energie moeten we gebruiken om in onze energiebehoefte te voorzien.’

White en Kramer onderscheiden echter ook een maatschappelijk EROI, het deel van de bruto nationaal product dat een samenleving moet uitgeven voor haar energievoorziening.

‘Ons onderzoek laat zien dat een volledig hernieuwbaar elektriciteitssysteem zowel fysiek als economisch haalbaar is’, zegt Kramer.