ENGINEERINGNET.BE - Uit gegevens van Unesco (2014-2016) kiest slechts 30% van alle vrouwelijke studenten in het hoger onderwijs voor een STEM-richting. Wereldwijd blijft de instroom van vrouwelijke studenten bijzonder laag.
Nochtans tekende de internationale studie van Kaspersky uit 2018 (Where are all the women in IT?) een verbetering in gendergelijkheid in de technologische en industriële sector op. De studie onderzocht hoe vrouwen de IT-industrie ervaren, waar ze zelf progressie zagen, wat hen tegenhield, welke opportuniteiten er al dan niet lagen en welke hoop ze koesterden voor gendergelijkheid in de technologiesector.
Seismische evolutie
In 2020 werd de studie herhaald bij 13.000 respondenten in negentien landen in Europa en Noord-Amerika, maar ook in de APAC-landen en Latijns-Amerika. Hoewel er verschillen te merken zijn, zijn de conclusies algemeen wel bemoedigend. Meer dan de helft (53%) van de bevraagde vrouwen stelt dat er meer vrouwen actief zijn in de sector. De pandemie en dan vooral de lockdown met verplicht thuiswerken, heeft zelfs voor een ‘seismische’ evolutie gezorgd.
“Liefst 95% van de vrouwen in de technologiesector wereldwijd werkten op z’n minst halftijds van thuis uit sinds maart 2020. Dat zorgde ervoor dat ze zich meer autonoom voelden in hun rol (46%). Dat had dan weer een positieve impact op hun zelfvertrouwen en toekomstperspectieven. Vooral in de APAC-regio geloven vrouwen (58%) dat het afstandswerken zorgt voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen”, stelt vicepresident Evgeniya Naumova van Kaspersky vast.
Work-life balans
Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Slechts 10% van de techvrouwen werkt in een team dat hoofdzakelijk is samengesteld door vrouwen, terwijl bijna de helft van de mannelijke collega’s (48%) wel in een volledig mannenteam werkt. “Hierin kan afstandswerken een significante rol spelen. Veel vrouwen gaven aan dat een goede work-life balans de sleutel kan zijn om meer vrouwen te stimuleren te kiezen voor een job in de sector.
31% stelt dat ze efficiënter konden werken in de lockdown. Dat ‘oude’ obstakels zoals familieplanning en de daaraan gekoppelde carrièrekansen grotendeels wegvielen”, vertelt prof. Petra Rudolf, hoogleraar aan de Faculty of Science en Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen. Ondanks die optimistische verwachtingen, meent toch 48% dat de pandemie hun carrièrevooruitgang heeft vertraagd. “Ook al geldt de economische impact evengoed voor mannen, vrouwen ondervinden toch meer hinder van de thuisomgeving.”
48% van de vrouwen vindt het thuiswerken een strijd. Vooral in gezinnen met kinderen stelt 63% van de techvrouwen dat ze zich moesten bezighouden met thuisonderwijs en het schoolwerk van de kinderen, tegenover 52% van de partners. Evenveel vrouwen (60%) geeft toe dat ze het meeste huishoudwerk op zich moesten nemen, in Noord-Amerika steeg dat zelfs naar 70%. Slechts 47% van de mannen wereldwijd ontfermde zich daarover.
Zorgtaken
We zijn dus meer teruggevallen op de traditionele rollenpatronen in huis. “We denken dat het vandaag beter geregeld is, maar in moeilijke tijden hervallen we daarin”, bevestigt ook Rudolf. “Dat hoeft niet te verrassen zolang de loonkloof tussen mannen en vrouwen blijft bestaan. Als de man het hogere inkomen heeft, beslist de familie vaak dat zijn werk prioriteit heeft in deze moeilijke tijd. De partner mag dan de home schooling verzorgen.”
Zorg voor kinderen en familie zou volgens Roosje Saalbrink, beleidsmanager van stichting Womenkind Worldwide, vanaf het begin van de coronacrisis de verhoudingen tussen vrouwen en mannen nog meer scheef getrokken hebben. “Deze werkzaamheden kosten vrouwen gemiddeld zo’n 4 uur per dag, mannen 1,5 tot 2. Elk besteed uur gaat af van werktijd waarvoor je wél betaald wordt.” Ze baseert zich hiervoor op wereldwijde gemiddelden, maar het sluit aan bij wat al langer leeft in de academische gemeenschap: de teruglopende output van vrouwen in de wetenschap.
Rol van de maatschappij
Daarnaast speelt volgens Rudolf de maatschappij waarin je leeft een rol. “In Scandinavische landen, maar ook in Italië en België is het volstrekt normaal dat vrouwen voltijds werken. Voor zelfs hoogopgeleide vrouwen in Nederland is dat veel minder evident. ‘Het is slecht voor de kinderen als ze te vaak naar de kinderopvang moeten’, klinkt het hier nogal conservatief.
De carrière mag dus niet voor de kinderen komen. Bij sollicitaties is dat dus een probleem. In het Verenigd Koninkrijk daarentegen zijn er wel veel vrouwen die dit kunnen combineren. ‘You can have it all’, luidt het daar. Ook hier in Groningen is een van de meest succesvolle jonge professoren een vrouw met drie kinderen. Belangrijk daarbij is dan weer de juiste partner te hebben, want zonder diens steun lukt het natuurlijk niet.”
Rolmodellen versus quota’s
Het Kaspersky rapport stelt dat de werkomstandigheden ‘eerlijker voor de vrouw’ moeten worden ingericht en dat werkgevers vastgeroeste vooroordelen moeten loslaten. Dat gebeurde aan de Rijksuniversiteit Groningen met succes. “Toen ik in 2003 van België naar Nederland verhuisde was ik de derde vrouw op de leerstoel Natuurkunde in het hele land, nu zijn we met negen vrouwelijke hoogleraren in de Natuurkunde en zes in de Sterrenkunde, alleen in deze universiteit. De omgeving is vrouwvriendelijker gemaakt.
Zo betaalt de universiteit de kosten voor kinderopvang als je bijvoorbeeld naar een conferentie moet. Dat kost de universiteit zo’n 40.000 euro per jaar, een peulenschil op een totale begroting. Het gevolg is wel dat elke student nu vrouwen ziet in de cursussen en dat maakt ontzettend veel indruk. Ik heb ook in mijn faculteit de mentaliteit zien veranderen. De meerderheid maakt de regels. In Groningen zitten we daar bijna aan. Denk ook maar aan de farmaceutische sector waar heel wat vrouwen aan de slag zijn en dat als heel normaal wordt beschouwd.”
In de wereld van AI is slechts één op vijf een vrouw en dat hebben ze voor een stuk aan zichzelf te danken. Uit een studie van The Alan Turing Institute (Where are the women? Mapping the gender job gap in AI, 2021) blijkt dat vrouwen vaak hoger opgeleid zijn. Maar als ze hun profiel op bijvoorbeeld LinkedIn posten, schatten ze zichzelf lager in dan mannen, die soms minder hoog gekwalificeerd zijn.
Heft in eigen handen nemen
Rolmodellen blijven een belangrijk middel om vrouwen warm te maken voor een techjob. Initiatieven zoals ICT Woman en Young ICT Lady of the year in ons land zijn anno 2021 nog steeds broodnodig. Slechts 3% van de afgestudeerden in ICT-opleidingen is immers een vrouw. “Je kan niet dromen van wat je niet ziet”, meent Rudolf. Vrouwen moeten het heft in eigen handen durven nemen. “Werkgevers kunnen vooroordelen hebben tegenover vrouwen met kinderen en voor hen beslissen dat een bepaalde functie of opdracht in het buitenland niet aan de orde is. Vrouwen kunnen hen daar ook attent op maken.
Er is een mentaliteitswijziging nodig, zowel bij mannen als vrouwen.” Bedrijven quota’s opleggen om meer techvrouwen aan te werven, is volgens Rudolf geen oplossing. “Ik spreek liever over streefcijfers. Met quota’s loop je het risico dat iemand wordt aangeworven die niet geschikt is voor de job. Eigenlijk zijn er geen quota’s nodig, want er zijn meer dan voldoende gekwalificeerde vrouwen op de arbeidsmarkt. Het is kwestie van een goede manier te vinden om ze binnen te halen en dat begint bij de vacature.”
Door Elke Lamens