ENGINEERINGNET.BE - De steeds sneller groeiende e-commerce vraagt om meer efficiënte leveringen. Niet enkel in de steden, maar zeker ook in landelijke gebieden.
Op logistiek vlak zijn er drie grote verschillen tussen een landelijk gebied en de stad. Eerst en vooral is de afstand die de pakketoperator moet rijden vanaf het depot tot aan de klant een stuk groter. Vervolgens zijn de afstanden tussen twee stops groter omdat mensen verder uit elkaar wonen.
En ook het aantal afhaalpunten is beduidend lager dan in de steden. Zowel de koeriers als de ontvangers moeten verder rijden om pakjes af te leveren of op te halen. Dit leidt tot inefficiëntie en overbodige kilometers en CO2-uitstoot.
In het project ‘Rural Parcel Delivery’ werkte VIL, samen met projectpartner VITO en zes bedrijven, een oplossing uit op economisch, ecologisch en maatschappelijk vlak. Het ontworpen model berekent de totale kosten, CO2-uitstoot, transportafstand en totaal aantal transportbewegingen in verschillende scenario’s van horizontale samenwerking tussen de betrokken partijen.
Het rekenmodel werd concreet toegepast op enkele korte keten handelaars in de Westhoek. Een daling van 60 % in het aantal transportbewegingen en de uitstoot geeft aan dat de voordelen zeer groot zijn. Bovendien bleek dat kleine partijen door samenwerking niet alleen winsten kunnen behalen maar ook commercieel hun slagkracht kunnen verbeteren.
Ondanks de vele voordelen kunnen enkele factoren de toepassing van dit model in de weg liggen. Zo is er de vervaging van het merkimago, de daling van het concurrentieel voordeel voor partijen met grote volumes en de neutraliteit van een gezamenlijke subcontractor bij consolidatie.
Projectdeelnemers: BD Logistics, DHL Express, FedEx Express Europe, GLS, POM West-Vlaanderen en PostNL.