ENGINEERINGNET.BE - De provincie West-Vlaanderen, historisch geëvolueerd als sterke maakindustrie, zet volop in op het dichten van de heersende competentiegap bij operatoren en technici. Met een totaalbudget van 8 miljoen euro waaronder Europese en Vlaamse steun, startte de POM West-Vlaanderen het project Upskill. Een van de concrete resultaten is de hoogtechnologische inrichting van een Training Lab Manufacturing in Brugge.
“De krapte op de arbeidsmarkt zet ondernemingen onder druk. Vacatures raken steeds moeilijker ingevuld waardoor bedrijven niet steeds meer tegemoet komen aan vragen van klanten”, weet Liesbeth Huygebaert, Project Manager Upskill.
“Door te investeren in modern uitgeruste opleidingsfaciliteiten wil POM West-Vlaanderen samen met verschillende partners de competenties en skills van werknemers en werkzoekenden opkrikken. “Dit doen we door volop de kaart van digitalisering en digitale toepassingen te trekken. De focus ligt op de opleiding voor de technische profielen in de West-Vlaamse speerpuntsectoren zoals nieuwe materialen, blue energy, voeding, machinebouw en mechatronica, en transport en logistiek.”
Lasautomatisatie
Met Upskill investeert West-Vlaanderen in kwalitatieve en innovatieve opleidingsinfrastructuur. Voor de exploitatie van dit materiaal, verspreid over diverse sites in de provincie, kijkt ze naar projectpartner VDAB en andere opleidingsverstrekkers zoals CVO’s en Syntra West. Zo opende deze zomer het Training Lab Manufacturing in Brugge de deuren.
Kristof Waelkens, Programma-manager VDAB Mastercampus Roeselare legt uit: “Voor het Training Lab Manufacturing werd het bestaande lasatelier in het opleidingscentrum van Brugge geüpgraded. Lasautomatisatie is zeker bij de grote spelers al helemaal ingeburgerd, maar we zien dat meer en meer kmo’s de weg naar deze nieuwe technologieën vinden. Het lasatelier richtte zich vooral op de traditionele lasprocedés (TIG, halfautomaat, elektrode) voor onder meer de plaatlasser en hoeknaadlasser.
De nieuwe investeringen stellen ons in staat om cursisten af te leveren die vertrouwd zijn met innovatieve technieken binnen de lasautomatisatie. Ze leren werken met zowel de lasrobot als lascobot.” Dat het lab in Brugge is gevestigd, heeft nog andere voordelen. “In Brugge hebben we de nodige knowhow binnen het instructeurskorps. Een van de lasinstructeurs bezit het lasdiploma International Robot Welding – Basic. Daarnaast ligt Brugge op de industriële as Kortrijk-Brugge waar de maakindustrie (machinebouw) zeer sterk vertegenwoordigd is in West-Vlaanderen.”
Mobiele roboticacellen
De keuze van de toestellen in het lab is overigens het resultaat van een onderzoek bij bedrijven en andere opleidingscentra. “We zijn gaan kijken waar er lacunes zijn, welke machines er ontbreken om de operatoren en technici net die vaardigheden te kunnen aanleren waar de bedrijven de grootste nood aan hebben.” Zo is het lasatelier uitgerust met een lasersnijmachine die metaalplaten met de laser uitsnijdt. Er staan ook simulatoren, zoals een lassimulator, CNC-simulator en spuitsimulator.
“Dat biedt niet alleen het voordeel dat het aanleren gebeurt in veilige omstandigheden. Het gaat ook sneller en milieuvriendelijker. Zo kunnen we het verbruik van milieubelastende producten drastisch terugdringen tijdens het aanleren van de juiste spuittechniek.” Verder is het lab uitgerust met professionele 3D-printers. “Hierin mogen we ons wel voorloper noemen.
Hogescholen als Howest en VIVES en ook universiteiten geven hierin opleidingen. Middelbare scholen reiken een eerste kennismaking aan met deze nieuwe techniek, maar beschikken niet over dergelijke machines voor industriële toepassingen, voor zowel kunststof als metaal. Niet dat we hiermee grote oplages voor bedrijven gaan produceren. Het gaat eerder om prototypes. Het lab is een proeftuin. Heel wat bedrijven zijn nog zoekende met deze technologie, wat kunnen ze hiermee binnen hun bedrijf?”
Een derde pijler binnen het Training lab Manufacturing is de integratie van robotica. “We hebben het laagdrempelig gehouden. Van verschillende merken zijn er drie educatieve cellen aangekocht waar je op een veilige manier kan kennismaken met robotisering. Dat kan onder meer gaan over het programmeren van een fictieve lastoorts. Die moet dan een uitgezette curve volgen.
Of over automatische palletisering, het verplaatsen van producten van A naar B. Het is belangrijk dat we de operatoren hiermee vertrouwd maken in een veilige omgeving. Op de werkvloer kan er naast hen immers een robot komen.” Deze educatieve roboticacellen zijn mobiel en kunnen snel verplaatst worden naar scholen en bedrijven indien nodig.
Skills-platform
De ambitie is om deze innovatieve technologieën zo breed mogelijk bekend te maken binnen de opleidingscontext in West-Vlaanderen. Daarom stelt VDAB de infrastructuur open voor de verschillende opleidingsverstrekkers binnen de provincie.
“Op die manier geven we alle doelgroepen, zijnde het onderwijs, werkzoekenden en werknemers, de kans om kennis te maken met de nieuwe technologie. Verder willen we de cross-over realiseren met het atelier AM, ingericht bij VDAB Brugge. Zo kunnen we naast de gekende 3D-printprocedures ook onze eerste stappen zetten in de zogenaamde Wire and Arc Additive Manufacturing (WAAM). Hier maakt een standaard lasrobot gebruik van lasdraad.
Deze technologie is daarom een aantrekkelijk alternatief voor het klassieke CNC-frezen, gieten of vonkverspanen. Met 3D-metaalprinten zijn de mogelijkheden wat betreft design legio, terwijl conventionele metaalbewerkingstechnieken hun beperking hebben. Deze evolutie kan de ambities van bedrijven aanwakkeren, er kunnen nieuwe noden ontstaan.
Uiteindelijke doel is te komen tot een skills-platform, een overlegorgaan waarbij de verschillende stakeholders hun input geven over leerinhouden, exploitatie van infrastructuur en innovaties in hun sector. Welke workshops zijn interessant in dit kader en voor welke bedrijven? Kunnen we op provinciaal vlak een antwoord bieden op deze vragen?”, denkt Waelkens al vooruit.
Sinds de opening van het Training Lab Manufacturing worden werkzoekenden er getraind. Inschrijven kan, al verwacht Waelkens dat tegen eind november de innovatieve infrastructuur pas operationeel zal zijn.