ENGINEERINGNET.BE - Windmolenwieken bestaan uit composiet: een mix van glas- en koolstofvezels en hars. Daardoor zijn ze moeilijk te recycleren. Iets dat momenteel dan ook weinig gebeurt.
Daar wil kennisinstelling Sirris verandering in brengen. “We hopen in België nieuwe, hoogwaardige verwerkingsmethodes te ontwikkelen. Nu worden de wieken meestal verbrand”, aldus projectleider Linde De Vriese van Sirris.
Al sinds 2016 zet Sirris als innovatiecentrum in op circulaire economie voor windmolenwieken. Studies toonden aan dat er op termijn veel windmolenwieken ontmanteld moeten worden. Zowel het grote volume als de materialen zelf, vormen een uitdaging die technische studie en samenwerking vereist.
Zo begon Sirris in 2021 met het actief coachen van verschillende groepen bedrijven. Dit leidde tot het project C-Blade, waarin zeven bedrijven uit Vlaanderen en Wallonië werken aan recyclage-oplossingen op korte termijn. Als projectcoördinator biedt Sirris technische ondersteuning aan deze bedrijven.
De ambitie van C-Blade is om binnen een tijdsspanne van vijf jaar gerecycleerde fracties van windmolenwieken in te zetten in nieuwe producten. Die fracties worden gemaakt door wieken mechanisch te versnipperen en vervolgens samen te stellen met thermohardende harsen.
Het resultaat zijn glasvezels gaande van micrometers tot centimeters lang. Die worden gebruikt in zes eindproducten bij zes verschillende bedrijven. Het gaat onder meer om stootplinten, toegangsdeksels en terrastafels.
C-Blade streeft naar het ontwikkelen van mechanische verwerkingsmethodes die technisch en economisch haalbaar zijn op korte termijn. Dat zal het startpunt zijn voor de verdere ontwikkeling van andere recyclagepistes, zoals bijvoorbeeld chemische en thermische processen.
“De Europese Green Deal heeft uitdagende ambities. Als we onze toekomst willen veiligstellen, zullen alle bedrijven de weg van de groene transitie moeten inslaan. De circulaire economie biedt kansen aan uiteenlopende ondernemingen in tal van sectoren”, zegt De Vriese.
