ENGINEERINGNET.NL -- Je bekijkt een EK-voetbalwedstrijd. Plots hoor je de buren juichen. Pas enkele seconden later zie je op jouw tv-scherm de bal binnengaan. Hoe kan dat?
Aan de hand van de oefeninterland van Nederland tegen Noord-Ierland hebben TNO-onderzoekers gekeken hoe groot de verschillen kunnen zijn. De testen gebeurden in Den Haag en Rotterdam. Daarbij hebben de vorsers niet alle mogelijke locaties en aanbieders met elkaar kunnen vergelijken.
Figuur: Tijdsverschillen visueel gemaakt (bij downloads onderaan grotere weergave)
De resultaten van deze momentopname geven aan dat er forse verschillen mogelijk zijn. Voor Nederland 1 zo’n 2,5 seconden, maar de verschillen bij enkele commerciële zenders kunnen zelfs oplopen tot 4 seconden.
Dit komt doordat de aanbieders van televisiediensten het televisiesignaal op verschillende manieren naar de televisies brengen. Televisie over DSL of satelliet werkt anders dan de kabel, en Digitenne werkt weer anders. Ook kunnen verschillen optreden als de één naar een analoge beeldbuis televisie kijkt, een ander digitaal via de zogeheten SD-variant en weer een ander in HD.
Als onderdeel van haar Future Internet Use programma heeft TNO de afgelopen jaren gewerkt aan technologie om dit probleem inzichtelijk te maken, bijv. aan een speciaal ontworpen meettool, die verschillen automatisch kan bepalen.
Daarnaast werkt TNO vooruit aan mogelijke oplossingen om verschillende televisiesignalen te synchroniseren. In vakjargon heten dergelijke oplossingen ‘inter-destinatie mediasynchronisatie’.
(KV)
