ENGINEERINGNET.BE - Het onderzoek, onder leiding van Etienne Legrain, paleoklimatoloog bij de afdeling Water en Klimaat van de Vrije Universiteit Brussel, het Glaciologie Laboratorium van de Université Libre de Bruxelles en het Instituut voor Milieugeowetenschappen van de Université Grenoble-Alpes, baseert zich op gedetailleerde metingen uit Antarctische ijskernen.
De resultaten tonen aan dat de omstandigheden van de rotatie van de aarde een belangrijke rol spelen bij het veroorzaken van snelle CO2-stijgingen, vooral tijdens perioden van hoge tilt van de aardas (zgn. obliquiteit).
Legrain: "We ontdekten zeven CO2-sprongen die zich tussen 260.000 en 190.000 jaar geleden voordeden. In de afgelopen 500.000 jaar zijn in totaal 22 van deze sprongen geïdentificeerd. De analyses tonen aan dat 18 van deze CO2-sprongen plaatsvonden wanneer de aardas meer dan gebruikelijk gekanteld was."
Deze kanteling verandert op natuurlijke wijze over een periode van ongeveer 41.000 jaar en beïnvloedt hoe zonlicht de aarde bereikt, wat op zijn beurt de hoeveelheid CO2 vrijgekomen uit bijvoorbeeld oceanen en vegetatie beïnvloedt.
Het onderzoek laat zien dat wanneer belangrijke oceaanstromingen, zoals de Atlantische Meridionale Omkeringscirculatie (AMOC), vertragen, dit kan leiden tot extra CO2-uitstoot vanuit de oceaan en het land, vooral tijdens perioden van hoge kanteling van de aarde, wat deze sprongen veroorzaakt.
Hoewel deze natuurlijke CO2-sprongen belangrijk zijn, zijn ze veel kleiner dan de hoeveelheid CO2 die tegenwoordig door menselijke activiteiten aan de atmosfeer wordt toegevoegd.
Natuurlijke sprongen verhoogden het CO2-gehalte met ongeveer 10 deeltjes per miljoen (ppm) per eeuw, terwijl menselijke activiteiten het in slechts een halve eeuw met meer dan 100 ppm per eeuw verhogen.
Desondanks zou, als de AMOC in de toekomst verzwakt, zoals sommige wetenschappers vermoeden door door de mens veroorzaakte klimaatverandering, er opnieuw een CO2-sprong kunnen plaatsvinden.