ENGINEERINGNET.BE - Vanwege hun geringe afmetingen kunnen nanoplastics overal in de oceaan terechtkomen, waardoor mogelijk al het zeeleven wordt aangetast.
Door hun minuscule afmetingen was het echter tot nu toe vrijwel onmogelijk om hun verspreiding te meten of om te bepalen of microben nanoplastics kunnen afbreken.
Nieuwe technieken die door het team van Niemann zijn ontwikkeld, hebben dit nu voor het eerst mogelijk gemaakt.
"Met behulp van een ultragevoelige massaspectrometriemethode wezen onze voorlopige resultaten op substantiële concentraties van verschillende soorten nanoplastics in oppervlaktewateren en de diepzee. Dat zou dus betekenen dat nanoplastics een substantieel deel uitmaken van alle plastic afval in de oceaan," zegt Niemann.
Tegelijk ontdekte zijn team, dankzij een nieuwe stabiele-isotopentest, dat mariene microben in staat zijn om nanoplastics af te breken. Microben spelen dus een cruciale rol bij het uiteindelijke lot van deze deeltjes in de oceaan.
Maar mariene microben en hun rol in het ecosysteem kunnen ook negatief worden beïnvloed door nanoplastics. Voortbouwend op hun innovatieve benaderingen zullen Niemann en zijn team in situ experimenten uitvoeren in oppervlakte- en diepzeeomgevingen, aangevuld met laboratoriumonderzoek.
"Via het NanoMare-project zullen we als eersten nieuwe inzichten kunnen verschaffen in de afbraak van nanoplastics, ook door microben, in de effecten van nanoplastics op de micro-organismen in de oceaan en in de wereldwijde hoeveelheid en verspreiding van nanoplastics en hun afbraakproducten in de zee," aldus Niemann.
"Zo is er straks veel meer bekend over de interacties tussen microben en nanoplastics in de oceaan en over de hoeveelheid nanoplastics. Daarvan zullen ook de mariene microbiologie en andere oceaanwetenschappelijke disciplines in hoge mate profiteren. Daarnaast zullen de resultaten ook van belang zijn voor de hydrologie en de atmosferische fysica."
Niemann is senior onderzoeksleider bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en hoogleraar Microbiële en Isotopen Biogeochemie aan de Universiteit Utrecht. Hij ontvangt een ERC Advanced Grant van 3,5 miljoen euro voor dit onderzoek.