• 23/07/2013

Chemie bezorgd om "human capital" in België

Chemie en 'Life Sciences' oefenen nog altijd een grote aantrekkingskracht uit op ingenieurs en ander technisch geschoold personeel.

Trefwoorden: #arbeidsmarkt, #chemie, #essenscia, #Human capital, #life sciences

Lees verder

HR

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE -- Toch stellen ook deze bedrijven zich vragen over hoe ze hun vacatures in de toekomst zullen ingevuld krijgen. Niet zonder reden: enerzijds is er de vergrijzing en moet de uitloop opgevangen worden, maar anderzijds wordt de aanwezigheid van 'human capital' hoe langer hoe meer een criterium dat meespeelt bij investeringsbeslissingen van multinationale groepen en concerns.

In tegenstelling tot de meeste andere sectoren kennen de chemie en 'life sciences' weinig personeelsverloop. Meer nog: veel mensen blijven hun volledige carrière in de sector werken. Frank Beckx, woordvoerder van essenscia, de federatie van de chemische industrie en life sciences: «Daar zijn verschillende redenen voor.

Eerst en vooral is er de verloning, die toch een vijfde hoger ligt dan het gemiddelde in de industrie. Maar daarnaast investeert de sector veel middelen in opleiding en levenslang leren. De chemie telt ook heel wat multinationals, waardoor personeelsleden gemakkelijker aan jobrotatie kunnen doen.

Zo is het perfect mogelijk dat een ingenieur zich eerst op onderzoek richt, vervolgens naar de productie overstapt en zich daarna met projectmanagement bezighoudt. Op die manier treedt er geen verveling op, blijven de mensen gemotiveerd en krijgen ze intern de nodige stimulansen om zichzelf verder te ontwikkelen.»

Jan Reynaert, beleidscoördinator Arbeidsmarkt, Onderwijs en Vorming van essenscia: «Een ander voordeel is dat de bedrijven in onze sectoren over het algemeen mondiaal actief zijn. Ofwel hebben ze vestigingen in andere landen, ofwel hebben ze klanten van over de hele wereld ofwel een combinatie van beide. Dit stelt mensen met ambities voor een internationale carrière in staat hun dromen te realiseren. Tenslotte leidt het werken in een internationale omgeving ook tot een toegevoegde waarde op persoonlijk vlak. Want omgaan met andere culturen en nationaliteiten is en blijft een verrijking voor iedereen.»

Frank Beckx vervolgt: «Nog een pluspunt is dat het om bedrijven gaat die erg innovatief bezig zijn. Hierdoor zijn er ontzettend veel kansen voor ingenieurs die zich op onderzoek willen toeleggen. Maar daarnaast zorgt dit ook voor een bevredigende omgeving voor alle andere ingenieurs en technisch geschoold personeel. Ze krijgen immers de kans om met spitstechnologie te werken.»

Toenemende vergrijzing
Helaas heeft de medaille ook een keerzijde. Want precies omdat mensen dikwijls hun hele carrière in de sector blijven, worden de bedrijven sinds enkele jaren enorm met het fenomeen van 'vergrijzing' geconfronteerd. Reynaert: «De meeste ondernemingen uit onze sectoren vestigden zich in de jaren zestig en zeventig in de regio.

Vanaf dan is de aanwervingsgolf op gang gekomen en werden veel jonge mensen gerekruteerd. Het gevolg is dat er nu een enorme uitstroom op gang is gekomen. In 2007 hebben we samen met prof. Luc Sels, decaan van de faculteit economie van de KU Leuven, op basis van demografische gegevens een prognose gemaakt.

Daaruit bleek duidelijk dat er in de komende jaren in toenemende mate nieuwe ingenieurs en technische medewerkers zouden moeten worden aangeworven, enkel en alleen maar om het personeelsbestand op peil te houden. We hebben die studie vorig jaar overgedaan, en het resultaat werd nogmaals bevestigd: momenteel vloeien er in Vlaanderen alleen al jaarlijks 2.000 van de 60.000 werkkrachten af omwille van pensioenredenen! En het gaat echt wel crescendo: vijf jaar geleden ging het nog maar om 1.000 personen.»

«Dé uitdaging van de toekomst bestaat er dus in voldoende werkkrachten te vinden. Vooral in de regio's waar bedrijven sterk zijn geclusterd, kan dit voor problemen zorgen. Zo zijn er grote clusters in de havens van Antwerpen en Gent, alsook langs het Albertkanaal. In West-Vlaanderen en Limburg vinden we dan weer veel kunststofverwerkende bedrijven.

Niet alle werknemers willen natuurlijk verhuizen of lange woon/werktrajecten afleggen. Vandaar dat er vooral daar een toenemende concurrentie tussen de bedrijven onderling heerst om de geschikte profielen uit de regio binnen te halen.»

«Investeerders blijven aantrekken»
Momenteel slagen de bedrijven er weliswaar in om de vacatures nog in te vullen. Jan Reynaert: «Het gaat wel wat moeilijker dan voordien: nu duurt het wel eens een paar maanden vooraleer de geknipte persoon is gevonden. Maar al bij al kunnen we niet klagen. Niettemin denken we toch al na over de toekomst. Want hoe je het ook draait of keert: in België studeren er te weinig ingenieurs en technische mensen af. Zo hebben we al de piste onderzocht om geschoolde werknemers te halen uit Europese landen waar het momenteel economisch moeilijk gaat.»

«Daar zitten mogelijkheden in, maar het brengt ook extra problemen met zich mee. Er is de taalbarrière, je moet die mensen ook buiten het werk begeleiden, vaak is het opleidingsniveau minder goed of weinig gekend, ... De sector beseft dat er eveneens in België actie moet worden ondernomen: enerzijds om de uitloop op te vangen en anderzijds om investeerders te blijven aantrekken. Dat laatste is zeker niet verwaarloosbaar. Want we bemerken dat het beschikbare lokale 'human capital' een alsmaar belangrijke rol in het beslissingsproces van investeerders speelt.»

«Zo krijgen we in toenemende mate de vraag hoeveel ingenieurs er in de komende jaren in een bepaalde regio zullen afstuderen. Het beperkte aantal studenten die voor een technisch georiënteerde opleiding kiest, blijft een pijnpunt in het verhaal van investeerders en bestaande bedrijven in onze sectoren. Essenscia probeert op dat vlak een serieus steentje bij te dragen om een kentering te veroorzaken. En gaandeweg boeken we wel succes.»

«Zo zijn we er de laatste jaren in geslaagd om heel wat jongeren te informeren over wat de chemische industrie nu precies doet en de grote voordelen van het werken in onze sectoren. Dit heeft als gevolg dat de laatste drie jaar drie keer meer technische studenten voor de richting chemische procestechnieken kiezen. Ook steeds meer burgerlijke ingenieurs opteren voor deze specialisatie. Daarnaast is de richting bio-ingenieur vrij populair. Maar helaas hebben we niet alleen deze profielen nodig. Zo is er een grote nood aan technici en ingenieurs die kennis van regeltechniek, elektromechanica en kunststoftechniek hebben.»

Frank Beckx: «We gaan ook actief op zoek naar mensen die het op de arbeidsmarkt moeilijk hebben: laaggeschoolden, mensen van vreemde origine, vroegtijdige schoolverlaters, zelfs 50-plussers. Want dankzij de grote budgetten voor opleiding in onze bedrijven, kunnen we deze mensen in onze sectoren inzetbaar maken. Natuurlijk geldt dit vooral voor de lagere profielen, want op ingenieursvlak ligt dat moeilijker. Alhoewel ingenieurs met een specialisatie die in onze bedrijven niet van toepassing is, er altijd voor kunnen kiezen om zich via een interne cursus voor een functie in de chemie of life sciences klaar te stomen.»


(foto's: essencia, BASF/ Detlef W. Schmalow)
Door Els Jonckheere, Engineeringnet