ENGINEERINGNET -- SVIA is een automatiseringsbedrijf dat robotsystemen ontwikkeld voor klanten in diverse Europese landen, waaronder Nederland.
De kern van hun robotcel is een eigen visiesysteem, dat nauwkeurig detecteert hoe een bepaald object wordt geplaatst op een transportband zodat de robot het kan oppakken. De Zweedse ingenieurs hebben eenvoud verheven tot een ideaal.
«Onze kracht ligt inderdaad in de eenvoud», zegt Anders Mandorsson, technisch ontwerper bij SVIA. «Het is heel gemakkelijk om de robot te vertellen wat deze moet selecteren op de transportband, en daarna kun je direct beginnen.»
Zo moeten gebruikers gewoon een foto van het object maken dat van de band moet worden gepakt. De software detecteert automatisch de vorm van het object en elke keer dat deze vorm verschijnt voor de camera, ‘weet’ de robot hoe hij deze moet oppakken.
DeviceNet en PROFIBUS verbinden
Net als de meeste geavanceerde automatiseringssystemen, moeten ook de robotcellen van SVIA communiceren met een of ander fabrieksbreed industrieel netwerk. Dat loopt naar verluidt niet altijd probleemloos.
Anders Mandorsson: «Een paar jaar geleden hebben we een robotcel gebouwd voor een klant die mij toegang beloofde tot hun PROFIBUS-systeem, maar al na korte tijd bleek dat ons systeem alleen was bedoeld als een aparte node in hun netwerk. Standaard gebruiken we zelf DeviceNet in de meeste van onze schakelkasten en in plaats van zelf de conversie naar andere netwerken te maken, installeren we gewoon een gateway.» Die blijkt de conversie tussen het op DeviceNet gebaseerde systeem en het PROFIBUS-systeem op een zeer elegante manier uit te voeren.
Andorsson: «En het is goedkoper, maar vooral maakt het alles een stuk gemakkelijker voor de klant, omdat er sprake is een duidelijke scheiding tussen ons systeem en zijn eigen fabrieksnetwerk.»
Hoe werkt het?
De robotcellen worden meestal geleverd met robots van ABB, die werken op een DeviceNet-netwerk. Ze kunnen makkelijk communiceren met een ander DeviceNet-netwerk, maar als ze worden aangesloten op een ander netwerk, bijvoorbeeld een PROFIBUS netwerk (via een PLC van Siemens) of een EtherCAT netwerk (via een PLC van Beckhoff) is er een ‘vertaler’ nodig.
De gateways zorgen voor de conversie tussen de twee netwerken met behulp van ingebouwde software die de 'telegrammen' enerzijds herstructureert en ze anderzijds begrijpelijk maakt.
De configuratie wordt binnen enkele minuten uitgevoerd met een Configuration Manager-software, zodat programmering niet nodig is.
Credits: dit praktijkverhaal werd ons aangereikt door HMS Industrial Networks, dat de Anybus-gateways aan SVIA mag leveren.
(foto's: HMS)
Door Bert Belmans, Hoofdredacteur
