ENGINEERINGNET.BE -- Vandaag is het exact vier jaar geleden dat een shuttle een vloeistoflaboratorium van Belgische makelij naar het ISS-ruimtestation bracht. Daar werd het door astronaut Frank De Winne geïnstalleerd (foto).
Het labo werd gebouwd door het ruimtevaartbedrijf Qinetiq Space in Kruibeke en kreeg de naam SODI (Selectable Optical Diagnostic Instrument) mee. SODI staat aan boord van de station in een afgesloten ruimte voor het manipuleren van gevaarlijke materialen.
Verschillende internationale wetenschapsteams hebben het laboratorium intussen al gebruikt. Zo lag bij het IVIDIL-experiment (Influence of Vibrations on Diffusion in Liquids) de focus op het massatransport in vloeistofmengsels onder invloed van temperatuurverschillen.
Bij het COLLOID-experiment namen onderzoekers de aggregatie in een vloeistof van colloïden of kleine deeltjes die groter zijn dan een molecule onder de loep. Dat proces speelt een rol in de ontwikkeling van de supersnelle optische computers van de toekomst.
Een derde experiment, SODI-DSC (Diffusion & Soret Coefficients), helpt de diffusiecoëfficiënten van vloeistofmengsels bepalen. Die kennis is van belang bij het bepalen van de hoeveelheid resterende ruwe olie in ondergrondse bronnen op aarde.
ESA heeft al beslist om alvast dat laatste experiment uit te breiden. Het wil agentschap wil nu ook nieuwe vloeistoffen of andere mengelingen bestuderen.
Marc Dielissen, projectmanager bij QinetiQ Space: “Daarvoor gaat ESA drie extra cellencontainers naar het ISS sturen. Gezien er elk jaar slechts één lancering plaatsvindt, zal het experiment zeker nog met drie jaar worden verlengd.” De lancering daarvan van is momenteel in oktober 2013 gepland.
(Bert Belmans)
